Uitspraak
18.5990 PW
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Appellanten hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld bij de rechtbank.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin hun beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg ongegrond werd verklaard. Appellanten hadden bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een budget van € 100,- in het kader van de Meedoenregeling 2018, omdat zij ook recht zouden hebben op budgetten over de jaren 2016 en 2017. Het college had hun bezwaren niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad overweegt dat het budget in het kader van de Meedoenregeling slechts een geldigheidsduur van één jaar heeft en dat het niet mogelijk is om budgetten van voorgaande jaren mee te nemen naar het huidige jaar. Hierdoor hebben appellanten geen procesbelang bij hun verzoek om beoordeling van de budgetten over de jaren 2016 en 2017, aangezien deze budgetten inmiddels zijn vervallen. De Raad heeft het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er tijdens de zitting gesproken over de wens van beide partijen om een goede verstandhouding te behouden en is er een suggestie gedaan voor onderling overleg onder leiding van een bemiddelaar. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.