[verzoeker] toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden indien hij weer arbeidsgeschikt zal zijn, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat [verweerder] na het betekenen van deze beschikking niet aan deze beschikking voldoet;
aan [verzoeker] vanaf 1 januari 2023 te betalen het salaris ad € 2.400,00 netto per maand, vermeerderd met 8% vakantietoeslag;
aan [verzoeker] te betalen de cao-verhogingen welke na 1 januari 2022 hebben te gelden, waaronder € 42,50 bruto per maand per 1 juli 2022 en 2,75% per maand per 1 september 2022;
aan [verzoeker] te betalen het bedrag van € 382,50 bruto uit hoofde van de eenmalige cao verhoging per 1 juli 2022;
aan [verzoeker] te betalen de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW te berekenen over de bedragen die [verweerder] volgens de ten deze te wijzen beschikking verschuldigd is/wordt, voor zover die bedragen 33 dagen of langer – gerekend vanaf hun respectievelijke vervaldata – onbetaald zijn gebleven;
aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over de door [verweerder] verschuldigde bedragen, berekend vanaf de respectievelijke vervaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
aan [verzoeker] te betalen de bedragen van € 3.150,00 en € 2.100,00 uit hoofde van de overeengekomen prestatiebonus, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2022 (ten aanzien van de kwitantie van 1 augustus 2022) respectievelijk 1 oktober 2022 (ten aanzien van de kwitantie van 1 september 2022);
aan [verzoeker] deugdelijke bruto-netto specificaties te verstrekken inzake de door [verweerder] verschuldigde loonbedragen, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [verweerder] na betekening van de beschikking niet voldoet aan de beschikking;
[verzoeker] per 1 januari 2023 opnieuw aan te melden bij het Pensioenfonds Metaal en Techniek en aan dit pensioenfonds de overeengekomen pensioenafdrachten te doen, bestaande uit het werkgeversdeel, alsmede het werknemersdeel dat op het loon wordt ingehouden, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [verweerder] in gebreke blijft met voornoemde aanmelding en betalingen;
[verweerder] te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van de ten deze te wijzen beschikking en eveneens vermeerderd met nakosten voor een bedrag van € 131,00 dan wel, indien betekening plaatsvindt, van € 199,00;
de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.