ECLI:NL:RBZWB:2023:1569
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in belastingzaak
Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen de inspecteur van de belastingdienst en een belanghebbende gevestigd in de Verenigde Staten. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 4 oktober 2022, die betrekking had op het niet verlenen van teruggaven dividendbelasting over de jaren 2017 tot en met 2019. De rechtbank heeft de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de belanghebbende het griffierecht van € 365 niet tijdig had betaald.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende bij aangetekende brief van 18 december 2022 in de gelegenheid heeft gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Volgens Track&Trace van PostNL is deze brief op 30 december 2022 afgeleverd op het door de belanghebbende opgegeven adres. Ondanks deze gelegenheid heeft de belanghebbende het griffierecht niet op tijd betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank besloten om zonder zitting uitspraak te doen, aangezien de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.