ECLI:NL:RBZWB:2023:1543
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-4424, waarbij belanghebbende in beroep ging tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over de periode van 18 februari 2021 tot en met 17 mei 2022. Belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de inspecteur van 22 juli 2022, welke door de inspecteur als beroepschrift naar de rechtbank was doorgestuurd.
De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig had betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De griffier had belanghebbende in een aangetekende brief van 20 oktober 2022 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar belanghebbende heeft hier geen gehoor aan gegeven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht is gegeven. Hierdoor was de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Awb. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbende is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.