ECLI:NL:RBZWB:2023:1541
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-2514, waarbij belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over de periode van 9 februari 2021 tot en met 2 november 2021, met een bijbehorende boete. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het betalen van griffierecht een vereiste is voor het instellen van beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar ondanks een aangetekende brief van 22 juni 2022 en een tweede aangetekende brief van 25 oktober 2022, heeft belanghebbende geen betaling verricht.
Belanghebbende is per 26 september 2022 geëmigreerd en heeft niet gereageerd op verzoeken om zijn nieuwe correspondentieadres door te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging voor het niet betalen van het griffierecht is gegeven. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen.