ECLI:NL:RBZWB:2023:1536
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-4726, waarbij belanghebbende, een individu uit een niet gespecificeerde plaats, beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft een boete wegens het niet tijdig voldoen op aangifte van omzetbelasting over het tijdvak januari 2022 tot en met maart 2022. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen van de rechtbank Oost-Brabant, die het had doorgezonden omdat de Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. De griffier had belanghebbende in een aangetekende brief van 9 november 2022 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief op het opgegeven adres is afgeleverd, maar dat belanghebbende het griffierecht niet op tijd heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven.
Daarom heeft de rechtbank, zonder zitting, het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.