ECLI:NL:RBZWB:2023:1529
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete wegens gebruik van geschorste camper
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had aan belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 298 voor het tijdvak van 29 oktober 2020 tot en met 30 mei 2021, evenals een verzuimboete van € 298. De rechtbank heeft op 9 maart 2023 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat uit camerabeelden blijkt dat de camper op 30 april 2021 gebruik heeft gemaakt van de openbare weg, terwijl het kenteken geschorst was. De rechtbank stelt vast dat de naheffingsaanslag correct is berekend en niet te hoog is, ondanks het feit dat het bedrag hoger is dan de waarde van de camper.
Daarnaast beoordeelt de rechtbank de verzuimboete. De rechtbank concludeert dat de boete in overeenstemming met de wet is opgelegd, aangezien belanghebbende gebruik heeft gemaakt van de weg met een geschorst motorrijtuig. Er is geen sprake van afwezigheid van alle schuld (avas), omdat belanghebbende op de hoogte was van de schorsing. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag en de boete in stand blijven. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.