In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 februari 2023, werd het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor studiefinanciering door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) ongegrond verklaard. Eiser, een burger van een EU-lidstaat, had zijn aanvraag voor studiefinanciering ingediend, maar deze was afgewezen omdat hij niet voldeed aan de nationaliteitseis. Eiser stelde dat hij als migrerend werknemer moest worden aangemerkt, omdat hij werkzaamheden had verricht tijdens zijn stage. De rechtbank behandelde het beroep op 9 februari 2023 en oordeelde dat de stageovereenkomst niet als een arbeidsovereenkomst kon worden gekwalificeerd, omdat het leerdoel centraal stond en er onvoldoende bewijs was dat er reële en daadwerkelijke arbeid was verricht. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de status van werknemer aan de nationale rechter is voorbehouden en dat deze moet steunen op objectieve criteria. Eiser had niet voldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat hij als migrerend werknemer kon worden aangemerkt, en de rechtbank concludeerde dat DUO op goede gronden de aanvraag had afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht had op studiefinanciering voor de betreffende periode.