ECLI:NL:RBZWB:2022:997
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting en ambtshalve beslissingen
In deze zaak heeft de belanghebbende bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting over de jaren 2015 tot en met 2017, met bijbehorende boetes. De inspecteur van de Belastingdienst heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn en heeft daarnaast besloten om de naheffingsaanslagen niet ambtshalve te verminderen. De rechtbank heeft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld. De naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen zijn gedateerd op 30 september 2017, en de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift eindigde op 13 november 2017. Het bezwaarschrift van de belanghebbende, gedateerd op 21 november 2017, werd op diezelfde dag ontvangen door de inspecteur, waardoor het niet tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelt dat de wettelijke bezwaartermijnen dwingend zijn en dat de overschrijding niet verschoonbaar is, ondanks de argumenten van de belanghebbende over vertraging door de Belastingdienst. De rechtbank verklaart de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar ongegrond.
Daarnaast heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard voor zover het beroep gericht was tegen de ambtshalve beslissingen van de inspecteur, aangezien deze beslissingen niet voor bezwaar en beroep vatbaar zijn. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan op 28 februari 2022, en deze is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. De belanghebbende kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen bij de rechtbank.