ECLI:NL:RBZWB:2022:995

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2022
Publicatiedatum
25 februari 2022
Zaaknummer
BRE-21_5028
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting

Op 28 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer]. Voor het indienen van dit beroepschrift was de belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 49. De griffier heeft de belanghebbende hierover schriftelijk geïnformeerd en in een aangetekende brief van 20 december 2021 gewezen op de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief over te maken op de aangegeven bankrekening. Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is deze brief afgeleverd op het door de belanghebbende opgegeven adres.

Echter, uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 21/5028

uitspraak van 28 februari 2022
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,

de heffingsambtenaar.

Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] . Hiervoor is belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 49. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 20 december 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 28 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.