ECLI:NL:RBZWB:2022:994
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaak
Op 28 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke zaak, geregistreerd onder zaaknummer BRE 21/4849. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen een teruggaafbeschikking van de Belastingdienst, maar had het verschuldigde griffierecht van € 181 niet betaald. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht, inclusief een aangetekende brief van 12 december 2021 waarin werd gewaarschuwd voor mogelijke niet-ontvankelijkheid bij uitblijven van betaling binnen vier weken. Ondanks dat de brief was afgehaald, ontving de rechtbank geen bewijs van betaling van het griffierecht. Hierdoor oordeelde de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd gedaan door rechter S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van griffier P. van der Hoeven, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij de rechtbank.