Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[belanghebbende], gevestigd te [plaats] ,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure tegen een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De gemachtigde van de belastingplichtige heeft een beroepschrift ingediend, maar dit was niet ondertekend door de belastingplichtige zelf en er was geen schriftelijke machtiging bijgevoegd. Dit vormt een verzuim volgens artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De griffier heeft de gemachtigde de kans gegeven om dit verzuim binnen vier weken te herstellen, maar de gemachtigde heeft hier geen gevolg aan gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief met de waarschuwing over het verzuim op het juiste adres is afgeleverd, maar dat de gemachtigde het verzuim niet heeft hersteld. Hierdoor heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.