Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [woonadres] ,
voor deze zaak te bereiken via het kantoor van mr. A.C.M. Tönis, Parkstraat 10, 4818 SJ Breda
1.De procedure
- de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna is dit afgekort tot Sv), waarin staat dat op 19 februari 2022 de honden van klaagster genaamd [naam hond 1] en [naam hond 2] en een duif in beslag zijn genomen;
- het klaagschrift op basis van artikel 552a Sv, dat op 22 maart 2022 is ingediend bij de griffie van deze rechtbank;
- het proces-verbaal van aanhouding waarin te lezen staat wat er op de eerdere zitting van 20 maart 2022 is gezegd en beslist;
- de reactie van de officier van justitie en
- de overige stukken die in het dossier van deze zaak zitten.
2. De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering). Ook het Openbaar Ministerie kan binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.