ECLI:NL:RBZWB:2022:8156

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 december 2022
Publicatiedatum
9 januari 2023
Zaaknummer
9886306_E28122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens ernstige overlast en betalingsachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 december 2022 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen TIWOS Tilburgse Woonstichting en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder had sinds 4 november 2021 een tijdelijke huurovereenkomst met begeleiding, maar veroorzaakte herhaaldelijk ernstige geluidsoverlast en had een aanzienlijke huurachterstand. TIWOS vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De rechtbank oordeelde dat de huurder, ondanks eerdere waarschuwingen en een kans om haar gedrag te verbeteren, niet in staat was om de overlast te stoppen en haar huurverplichtingen na te komen. De rechtbank vond dat de huurder een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst had gepleegd, wat voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De huurder werd veroordeeld tot betaling van achterstallige huur en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het handhaven van huurcontracten en de verantwoordelijkheden van huurders om overlast te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaaknummer 9886306 CV EXPL 22-1887
vonnis van 28 december 2022
in de zaak van
TIWOS Tilburgse Woonstichting,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Tilburg,
eiseres,
hierna te noemen: Tiwos,
gemachtigde: mr. C.J.P. Schellekens, advocaat te Tilburg,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. T.M. ten Velde, advocaat te Tilburg.

1.Het verdere verloop van de procedure

De verdere procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 3 augustus 2022 met de daarin genoemde processtukken;
b. de akte houdende producties en vermeerdering van eis alsmede aanvulling gronden van Tiwos, die de griffie van de rechtbank op 19 september 2022 heeft ontvangen;
c. de akte houdende producties van Tiwos, die de griffie van de rechtbank op 8 november 2022 heeft ontvangen;
d. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 22 november 2022.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de
overgelegde producties, gaat de kantonrechter -voor zover thans van belang- uit van de volgende feiten:
[gedaagde] huurt sinds 4 november 2021 de woning aan de [adres 1] (hierna: het gehuurde) van Tiwos. De actuele huurprijs is € 650,47 per maand. Het betreft een
“Tijdelijke huurovereenkomst met begeleiding”(hierna ook te noemen: de huurovereen-komst) voor de duur van maximaal 24 maanden. Tegelijk met de huurovereenkomst is ook een
“Tijdelijke begeleidingsovereenkomst naar zelfstandig wonen”tot stand gekomen (hierna ook te noemen: de begeleidingsovereenkomst).
b. De vorige huurwoning die [gedaagde] bewoonde, huurde zij ook van Tiwos. Vanwege overlast die zij daar veroorzaakte is zij uit die huurwoning moeten vertrekken en is deze nieuwe huurovereenkomst met begeleiding tussen partijen tot stand gekomen.
c. In deze huurovereenkomst staat onder andere het volgende vermeld:

‘IN AANMERKING NEMENDE DAT:

- verhuurder bereid en in staat is tijdelijke woonruimte aan huurder te verschaffen, maar hiertoe slechts bereid is wanneer er een directe koppeling zal worden gemaakt tussen een verplichte begeleiding van huurder door Transforensisch Team Tilburg, hierna te noemen ‘de begeleidende instantie’, aan huurders enerzijds en de terbeschikkingstelling van woonruimte van verhuurder aan huurder anderzijds en huurder zich in dit kader tevens zal verbinden aan een zogeheten anti-overlast bepaling;’
d. Tiwos ontvangt sinds begin januari 2022 klachten van buurtbewoners ( [adres 2]
en [adres 3] en [adres 4] en [adres 5] ) over door [gedaagde]
veroorzaakte overlast.
e. Op 3 februari 2022 heeft de politie vanwege overlastmelding(en) een bezoek gebracht aan
de woning van [gedaagde] . Hiervan is een mutatie-rapport opgesteld. In dit rapport is onder meer
het volgende opgenomen:
“Meerdere filmpjes op de telefoon van melder gezien en gehoord. Wat wij gezien hebben maakt ons ernstige zorgen mocht er een kind bij deze mevrouw wonen. Een gevaar voor de omgeving. Melders zijn ook bang dat zij haar iets gaan aandoen. Vervolgens op het adres aangegaan, wij zagen dat er licht in de woning aan stond. Meerdere keren aangebeld, gebonkt op de deur etc. Ze deed niet open. Omdat we zo’n herrie maakte kwamen meerdere buurtbewoners naar buiten en vertelde ons of wij voor die vrouw kwamen. Zij gaven aan dat zij niet goed was en dat zij altijd aan het gillen was en dat ze veel overlast ervaren.”
f. Op 10 februari 2022 vindt telefonisch overleg plaats tussen Tiwos en de begeleiding van [gedaagde] ( [Amarant medewerker] van Amarant). Van dit gesprek heeft Tiwos een telefoonnotitie gemaakt met onder meer de volgende inhoud:
“(…) Begeleiding vindt de huidige situatie ook zorgelijk, ook omdat bewoner op eigen initiatief is gestopt met medicatie. Bewoner is van mening dat ze geen medicatie meer nodig heeft. Gevraagd aan begeleiding wat zij gaan ondernemen om meer rust in de situatie te krijgen. [Amarant medewerker] heeft aangegeven dat ze gaan proberen om bewoner terug aan de medicatie te krijgen door haar te laten inzien dat ze dit nog wel nodig heeft. Ook zal begeleiding weer wat vaker op huisbezoek gaan. Volgende bezoek is op 15/2 a.s. [Amarant medewerker] gaf verder aan dat het Fact team nog wel betrokken is bij bewoner maar dat ze willen afschalen naar alleen nog begeleiding via Amarant. Wij hebben aangegeven dat ons inziens afschalen zeer onwenselijk is gezien de situatie.”
g. Op 3 en 4 maart 2022 heeft Tiwos nieuwe klachten ontvangen van omwonenden over door
[gedaagde] veroorzaakte overlast.
h. Op 7 maart 2022 stuurt de leefbaarheidsconsulent van Tiwos, de heer [naam 1] , [gedaagde] een
brief. Hierin staat onder andere het volgende vermeld:
“(…) Bij Tiwos zijn weer klachten van
overlast gemeld door omwonenden en de politie. Tot op heden hebben de eerdere gesprekken die mijn collega [naam 2] en ik met u gevoerd hebben geen effect op uw woongedrag.
(…) Ik wil u erop wijzen dat, als u niet per direct stopt met het veroorzaken van welke soort overlast dan ook, Tiwos genoodzaakt is onze advocaat opdracht te geven tot het starten van een juridische procedure. Dit kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst.”
i. Naar aanleiding van een nieuwe overlastmelding is de politie op 20 maart 2022 ter plaatse geweest bij de woning van [gedaagde] . In een mutatierapport van 21 maart 2022 05:49 uur schrijft de politie onder meer:
“(…) Wij konden inderdaad geluidsoverlast constateren bij de voordeur van [adres 1] . We hoorden een flink gezang, die naar later bleek, afkomstig was uit de mond van [gedaagde] .

Diverse malen aangeklopt en gebeld. Na een keer of 20, werd uiteindelijk de deur een keer geopend. We werden schreeuwend te woord gestaan en nadat [gedaagde] een paar zinnen had uitgekraamd, werd de voordeur dichtgesmeten. Maakte ons van alles en nog wat uit en was zeer recalcitrant aanwezig. Dit trok aandacht van de overburen (flat) waarbij mensen op het balkon gingen meegenieten van dit tafereel. Hierna gingen wij weer even in gesprek met de melder. Terwijl wij dit deden, begin [gedaagde] vanuit het WC raampje weer het een en ander roepen. Er was geen gesprek mee te voeren en ze stond enkel nog op zenden. Dat wij haar een bekeuring hebben aangezegd voor het geluidsoverlast boeide haar niet. Ook niet dat wij deze meldingen door gaan zetten om een dossier op te gaan bouwen, was ze ook niet van onder de indruk. Dit moesten we zeker gaan doen en ze ou toch weer haar eigen gang gaan.”

j. Op 22 maart 2022 is door de politie een proces-verbaal van bevindingen (sfeerverslag) opgesteld. In dat sfeerverslag heeft de wijkagent onder meer het volgende opgenomen:
“(…) De directe woonomgeving ervaart veel overlast van [gedaagde] en het [adres 1] , zo is mij ambtshalve bekend, en dit verneem ik voornamelijk mondeling van meerdere omwonenden.”k. Na ontvangst van nieuwe klachten is Tiwos bij dagvaarding van 31 maart 2022 een kort geding tot ontruiming van het gehuurde gestart jegens [gedaagde] . De zaak is behandeld op de zitting van 8 april 2022.
l. Bij vonnis van 22 april 2022 is de vordering van Tiwos afgewezen. Daartoe heeft de behandelend kantonrechter onder andere het volgende overwogen:

“3.7 Naar het oordeel van de kantonrechter staat als onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat [gedaagde] vanaf januari tot en met april 2022 herhaaldelijk geluidsoverlast aan (hoofdzakelijk) haar naaste buren van de [adres 2] heeft veroorzaakt door schreeuwen en het afspelen van muziek met name in de avonduren. Onvoldoende gemotiveerd betwist is ook dat zij zich daarbij herhaaldelijk dreigend en intimiderend heeft uitgelaten tegenover haar buren en dat interventie van de politie niet tot verbetering van haar huurgedrag heeft geleid. (…)

3.9
De kantonrechter benadrukt dat dit gedrag van [gedaagde] onacceptabel is en dient te veranderen. Met Tiwos is de kantonrechter het eens dat een belangrijke rol is weggelegd voor de psychische en sociaalmaatschappelijke ondersteuning van [gedaagde] (Fivoor en Amarant) welke instellingen, gelet op de huidige overlastproblematiek, ten onrechte het besluit lijken te hebben genomen om de begeleiding af te schalen tot korte bezoeken en begeleiding van [gedaagde] bij huishoudelijke taken en administratie. Indien wordt gekomen tot een intensievere begeleiding van [gedaagde] en eerder door Tiwos voorgestelde, maar blijkbaar nooit plaatsgevonden, buurtbemiddelingsgesprekken, zulks waarvoor [gedaagde] zich ook beschikbaar heeft gesteld, acht de kantonrechter geenszins onaannemelijk dat de situatie alsnog aanzienlijk kan verbeteren. Om deze reden wordt een ontruiming van de woning op dit moment prematuur geacht. Daarbij moet voor [gedaagde] wel als stok achter de deur gelden dat als zij zich onttrekt aan hulpverlening of haar begeleiding of zij zich daarbij niet coöpe-ratief opstelt, zij daarmee de kans loopt dat bij het opnieuw veroorzaken van (geluids-) overlast aan buren zij bij een eventueel volgende procedure haar woning mogelijk zal kwijtraken.”m. Tiwos heeft bij brief van 2 mei 2022 [gedaagde] en [Amarant medewerker] uitgenodigd voor een evaluatiegesprek op 24 mei 2022 in de woning van [gedaagde] .
n. Op verzoek van [gedaagde] is dat gesprek verplaatst naar 31 mei 2022 op het kantoor van Tiwos. [gedaagde] is op 31 mei 2022 (zonder afmelding) niet verschenen op dat gesprek. Wel waren [Amarant medewerker] en [naam 3] van Fivoor aanwezig. Tiwos heeeft hen laten weten dat de overlastklachten na het kort geding onverminderd zijn doorgegaan.
o. Tiwos heeft bij e-mail van 29 juni 2022 aan [Amarant medewerker] het volgende bericht:
“(…) Ik wil even laten weten dat de overlast onverminderd doorgaat op het adres van [gedaagde] . Genoemde en binnengekomen klachten en video’s zijn:• Dagelijks geschreeuw in en rondom de woning door [gedaagde] en haar vriend
• Het kapot gooien van stenen in de straat
• Het onnodig gas geven van haar auto in de straat
• Het blijven draaien van harde muziek op alle tijdstippen van de dag
Alle meldingen gaan naar onze advocaat en die zal deze toevoegen (…).”
p. Op 3 september 2022 heeft de bewoonster van [adres 2] bij de politie aangifte gedaan van bedreiging door [gedaagde] . In het proces-verbaal van aangifte is onder meer het volgende te lezen:
“ (…) Ik hoorde dat mijn buurvrouw [gedaagde] met kliko’s begon te gooien, tegen de hekken aan sloeg en schreeuwen in het Engels en harde muziek draaien. Normaal gesproken blijf ik altijd stil, echter hoorde ik mijn dochter overstuur welke al in bed lag waardoor ik naar boven ging om te kijken hoe het met haar ging. Ik opende het bovenraam in de kamer van mijn dochter waardoor ik zicht op [gedaagde] had in haar tuin en ik vroeg aan haar of zij het rustig aan wilde doen. Ik zag dat zij een bezem pakte en in mijn richting gooide, gelukkig niet raak. Vervolgens schreeuwde ze dat ze mij dood wilde maken en riep ze: “Ik kill die bitch vandaag! (…) Thuis heb ik geen goede isolatie waardoor ik kon horen dat zij naar de voordeur liep. Hierop liep ik ook naar mijn voordeur. Ik doe vervolgens mijn voordeur open en ik zie dat [gedaagde] samen met haar dochter voor hun eigen voordeur stonden. Hierop begonnen wij over en weer naar elkaar te schreeuwen. Vervolgens liep [gedaagde] naar binnen en kwam ze terug naar buiten met een mes. Ik zag dat ze op mij af kwam lopen en op het moment dat ze een stap in mijn woning zette sprong een andere buurman ertussen, [naam 4] , Hierna kwam al snel de politie ter plaatse. (…)”.
q. Over het incident dat plaatsvond op 3 september 2022 heeft [naam 4] op 5 september 2022 de volgende e-mail aan Tiwos gezonden:
“(…) Ik wil bij deze even melden dat het zaterdag weer uit de hand was gelopen, waarbij ik mes en boksbeugel bijtrof van [gedaagde] en ik er tussen beide in ben gaan staan en 112 heb gebeld.zodat politie dit kon oplossen maar er is weinig opgelost van ze gaat gewoon door met haar enorme lawaai en overlast. Ook meerdere buren krijgen hier last van. Wil je dit graag melden ook dat je der wat aan kan doen. Wij als buren en mijn kinderen trekken dit ook niet meer.”
r. Bij e-mails van 21 en 24 oktober 2022 heeft Tiwos bij [Amarant medewerker] en [naam 3] navraag gedaan hoe het met de begeleiding van [gedaagde] gaat, omdat de overlastklachten onverminderd blijven doorgaan.
s. [naam 3] heeft bij e-mail van 31 oktober 2022 Tiwos het volgende laten weten:
“(…) Cliente is vorige maand overgedragen naar het Fact team van Amarant. Wij hebben momenteel geen contact met haar. Van Amarant hoorden we vorige week dat ze daar niet aanhaakt, heeft geen hulpvraag, alles gaat goed. Zij doen nog 1 poging. Waarschijnlijk keert ze dan weer terug bij ons.”

3.De vordering en het verweer

3.1
Tiwos vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Ook vordert Tiwos om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 2.611,99 aan achterstallige huur tot en met 30 september 2022, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat de respectievelijke huurtermijnen opeisbaar zijn geworden tot de dag dat alles is betaald, alsmede een bedrag van € 650,47 per maand vanaf 1 oktober 2022 tot het moment van ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag dat alles is betaald, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
3.1.1
Tiwos heeft, samengevat, het volgende aan haar vorderingen ten grondslag gelegd. Er is van de kant van [gedaagde] sprake van een zodanige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen die volgen uit de huurovereenkomst dat een ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. Tiwos onderbouwt de tekortkomingen met de hiervoor vastgestelde feiten alsmede met het volgende. [gedaagde] woont sinds begin november 2021 in het gehuurde. Met de tussen Tiwos en [gedaagde] gesloten
“Tijdelijke huurovereenkomst met begeleiding”, is haar een tweede kans geboden. Echter al sinds begin januari 2022, twee maanden na het sluiten van de tijdelijke huurovereenkomst, ontvangt Tiwos overlastklachten van omwonenden over [gedaagde] . Dit gaat om geluidsoverlast, onder andere harde muziek op avonden en nachtelijke uren en schreeuwen, waarbij [gedaagde] bedreigingen uit en zich agressief en intimiderend opstelt. Ook na het kort geding vonnis, waarin zij is gewaarschuwd en haar opnieuw een kans is geboden, zijn opnieuw overlastklachten ontvangen over [gedaagde] .
Van verschillende momenten waarop de overlast plaatsvond, zijn ook filmopnames. Deze heeft Tiwos door middel van een usb-stick in het geding gebracht. Hierop staat ook een fragment van het incident dat op 3 september 2022 plaatsvond, waarop is te horen dat [gedaagde] roept:
“Ik kill die bitch vandaag. Ik kill haar vandaag! Ik weet dat ik kill haar vandaag! Ik kill haar vandaag!”. Van Tiwos kan niet langer worden gevraagd, dat zij de huurovereen-komst met [gedaagde] in stand houdt. Het stelselmatig veroorzaken van ernstige overlast aan omwonenden waardoor de algehele leefbaarheid van de buurt afneemt, kan niet worden gezien als een tekortkoming van geringe betekenis. Tiwos moet ook de belangen van omwonenden behartigen en is gehouden er alles aan te doen wat voor haar mogelijk is om de overlast voor omwonenden te beëindigen en de inbreuken in hun woongenot te beperken.
Ook schiet [gedaagde] tekort in haar verplichting om de huur tijdig te betalen. Per 1 november 2022 heeft zij een huurachterstand van € 3.912,93 laten ontstaan. Deze huurachterstand van (veel) meer dan drie maanden, is eveneens een zodanige tekortkoming die als zelfstandige reden de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Tiwos heeft deze huurachter-stand gemeld bij de Schuldhulpverlening van de gemeente Tilburg. Er heeft daar ook een intakegesprek plaatsgevonden. Daarbij heeft [gedaagde] uitdrukkelijk aangegeven dat zij niet open staat voor budgetbeheer of bewindvoering.
3.2
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Tiwos in de proceskosten.
3.2.1 [gedaagde] heeft als verweer, samengevat, het volgende naar voren gebracht.
herkent zich niet in het over haar geschetste beeld. Er zijn inderdaad problemen met haar buren, wonend op [adres 2] , maar het is juist [gedaagde] die slachtoffer is van bedreigingen en pesterijen van deze buren. De buren bonken op haar ramen en deuren en schreeuwen door haar brievenbus. Inmiddels heeft [gedaagde] ook aangifte gedaan van bedreiging door haar buren.
De meldingen over geluidsoverlast door [gedaagde] worden vaak onterecht en voornamelijk door de buren wonend op [adres 2] gedaan. De politie heeft maar eenmaal zelf de overlast waargenomen en daarop heeft [gedaagde] de muziek ook meteen zachter gezet. Verder heeft de politie alleen verhalen van anderen gehoord. [gedaagde] neemt aan dat het voornamelijk of misschien wel alleen, verhalen van haar buren wonend op [adres 2] zijn. [gedaagde] is nieuw in de straat. Zij houdt er mogelijk een andere levensstijl op na dan haar buren en dit lijkt te botsen. [gedaagde] heeft het idee dat er veel geruchten over haar rondgaan, waardoor haar gedrag al snel als kwalijk wordt ervaren. Mogelijk levert dit spanning op, maar is onvoldoende om aan te nemen dat [gedaagde] ernstige overlast veroorzaakt. [gedaagde] vindt zelf ook dat de situatie in de straat inmiddels onhoudbaar is geworden. Zij zou graag willen verhuizen, maar dat is moeilijk te realiseren.
De uitkering van [gedaagde] is tijdelijk stopgezet waardoor zij haar huur niet kon betalen. Het klopt dat er nu een betalingsachterstand is ontstaan. Inmiddels is het één en ander rechtgezet en zal zij met terugwerkende kracht haar uitkering ontvangen en de huurachterstand ineens kunnen voldoen.

4.De beoordeling

4.1
Kern van het geschil is de vraag of [gedaagde] zodanig tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen dat een ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. Tiwos heeft als tekortkomingen van [gedaagde] naar voren gebracht de betalingsachterstand die zij heeft laten ontstaan alsmede de ernstige overlast die [gedaagde] veroorzaakt.
4.2
Wat betreft de door [gedaagde] overigens erkende betalingsachterstand, heeft Tiwos onvoldoende gemotiveerd weersproken dat deze is ontstaan vanwege een tijdelijke stopzetting van de uitkering van [gedaagde] en dat inmiddels duidelijk is dat de uitkering met terugwerkende kracht zal worden uitbetaald. Daarom wordt aangenomen dat [gedaagde] op korte termijn in staat is de achterstand in te lopen. De kantonrechter acht deze tekortkoming, met het vooruitzicht op een volledige betaling ineens, op dit moment onvoldoende om de huurovereenkomst op die grond te ontbinden.
4.3
Met betrekking tot de door [gedaagde] veroorzaakte overlast, vindt de kantonrechter allereerst van belang dat het gehuurde waar het nu om gaat, niet de eerste woning is die [gedaagde] van Tiwos huurt en waar zich problemen vanwege overlast voordoen. Nadat [gedaagde] de vorige woning die zij van Tiwos huurde heeft moeten verlaten vanwege overlast die zij daar veroorzaakte, is door Tiwos aan [gedaagde] onder voorwaarden, waaronder een anti-overlast bepaling, het gehuurde aangeboden. [gedaagde] is hiermee een tweede kans geboden.
4.4
Ook bij de huidige woning zijn echter klachten van omwonenden over [gedaagde] gekomen. [gedaagde] voert aan dat deze klachten voornamelijk door één gezin, haar naaste buren, worden geuit en dat zij slachtoffer is van geruchten die over haar rondgaan. De kantonrechter is van oordeel dat dat niet het geval is. Uit de overgelegde producties is gebleken dat meerdere omwonenden overlast ervaren. Dit wordt tevens onderschreven door het hierboven (in de Feiten onder j.) genoemde sfeerverslag van de wijkagent. Verder volgt uit het proces-verbaal van de politie van 20 maart 2022 dat de politieagenten zelf de overlast hebben waargenomen. De lezing van [gedaagde] dat zij vervolgens meteen de muziek zachter heeft gezet, komt niet overeen met wat is opgeschreven door de politieagenten in het proces-verbaal. De kantonrechter is van oordeel dat, gelet op de inhoud en frequentie van de van omwonenden afkomstige meldingen en de in het geding gebrachte filmopnames van verschillende incidenten, naar zijn oordeel onvoldoende betwist is door [gedaagde] dat het gaat om reële, daadwerkelijk ervaren overlast, veroorzaakt door [gedaagde] .
4.5
De kantonrechter is verder van oordeel dat in het licht van de hiervoor geschetste voorgeschiedenis, de verplichtingen uit de tijdelijke huurovereenkomst en de aanhoudende klachten over het gedrag van [gedaagde] , waaronder ernstige geluidsoverlast, in combinatie met het gegeven dat sprake was van een tweede kans voor [gedaagde] , maakt dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst die een voldoende grond vormt om de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde te rechtvaardigen. De kantonrechter kent daarbij ook gewicht toe aan het feit dat [gedaagde] de hulpverlening, die mogelijk had kunnen leiden tot een normalisatie van de verhoudingen met de omwonenden en dus tot een oplossing van de problemen, heeft afgehouden. In het vonnis in kort geding van 22 april 2022 had de behandelend kantonrechter de ontruiming van het gehuurde op dat moment nog prematuur geacht als gekomen zou worden tot een intensievere begeleiding van [gedaagde] door de hulpverleningsinstanties. Geconstateerd moet worden dat dit door toedoen van [gedaagde] zelf kennelijk niet van de grond is gekomen. [gedaagde] heeft verstek laten gaan bij het met de hulpverlening geplande gesprek op 31 mei 2022, dit zelfs zonder afmelding. En uit de hierboven (in de Feiten onder s.) genoemde e-mail van [naam 3] blijkt dat [gedaagde] op 31 oktober 2022 de hulpverlening ook nog steeds vermeed. De kantonrechter houdt er rekening mee dat deze afwijzende houding van [gedaagde] mogelijk mede verband houdt met psychische problematiek en dat [gedaagde] in zoverre daarvan geen verwijt valt te maken. Maar dat is geen reden om de gevolgen daarvan niet voor haar risico te laten en om omwonenden daarvan de dupe te laten worden. Want ook na het vonnis in kort geding hebben weer meerdere incidenten plaatsgevonden, waaronder die van 3 september 2022. Er is met andere woorden geen sprake van een vermindering van de door [gedaagde] veroorzaakte overlast na het kort geding. De gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde zullen dan ook worden toegewezen.
4.6
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] ook worden veroordeeld in de proceskosten van Tiwos. Die kosten worden tot en met vandaag vastgesteld op € 629,43 (bestaande uit € 128,- aan griffierecht, € 127,43 aan dagvaardingskosten en € 374,- aan salaris (2 punten x € 187,-) voor de gemachtigde van Tiwos).
4.7
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Dit betekent dat als Tiwos na deze uitspraak ook nog kosten zou moeten maken (de nakosten), [gedaagde] daarvoor nog een bedrag zal moeten betalen van € 93,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de eventuele betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (zie ECLI:NL:HR:2022:853 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2022:853)).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
ontbindt met ingang van 29 december 2022 de huurovereenkomst tussen partijen betreffende de woning staande en gelegen te [adres 1] ;
5.2
veroordeelt [gedaagde] om het gehuurde binnen twee weken na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten, met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze goederen niet het eigendom van Tiwos zijn, en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Tiwos te stellen;
5.3
veroordeelt [gedaagde] om aan Tiwos te betalen:
- een bedrag van € 3.912,93 aan achterstallige huur tot en met de maand november 2022, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat de respectievelijke huurtermijnen opeisbaar zijn geworden tot de dag dat alles door [gedaagde] betaald is;
- een bedrag van € 650,47 per maand vanaf 1 december 2022 tot de dag van de ontruiming, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van opeisbaarheid van deze bedragen tot de dag dat alles door [gedaagde] betaald is;
- een bedrag van € 629,43 aan proceskosten;
5.4
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op 28 december 2022.