Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 30 september 2022 te Tilburg [slachtoffer] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die
voornoemd dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je af",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
op 30 september 2022 te Tilburg, zich met geweld
heeft verzet tegen drie ambtenaren, te weten [ambtenaar 1] en [ambtenaar 2] en [ambtenaar 3] , werkzaam in de rechtmatige uitoefening van
hun bediening, te weten ambtenaren werkzaam voor politie Zeeland West Brabant
door opzettelijk gewelddadig in een andere richting te rukken
dan die waarheen die van [ambtenaar 1] en [ambtenaar 2] en [ambtenaar 3]
voornoemd hem, verdachte, trachtten te brengen en vervolgens te trappen
in de richting van die van [ambtenaar 2] voornoemd;
op 30 september 2022 te Tilburg opzettelijk drie ambtenaren werkzaam voor politie Zeeland West Brabant, te weten [ambtenaar 1] en [ambtenaar 2] en [ambtenaar 3] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "kankersukkels" en “kankermongolen" en "kankerwouten" en "kankerlijers” en daarbij te spugen in de richting van die [ambtenaar 1] en [ambtenaar 2] en [ambtenaar 3] voornoemd.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
enhet nieuwe feit moet zijn begaan
na tenuitvoerleggingvan deze straffen of maatregel. Deze eis van tenuitvoerlegging van ten minste drie veroordelingen strekt zich naar het oordeel van de Hoge Raad ook uit tot het
voorwaardelijke gedeeltevan een gedeeltelijk voorwaardelijk opgelegde straf (ECLI:NL:HR:2020:2028). Gebleken is dat verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de bewezenverklaarde feiten viermaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf. Voor de straffen opgelegd door de politierechter op 21 januari 2021 en door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 20 september 2018 geldt dat uit het uittreksel van het justitiële documentatieregister d.d. 11 november 2022 volgt dat het voorwaardelijk deel hiervan niet (volledig) ten uitvoer is gelegd. Aldus is niet voldaan aan de wettelijke criteria van artikel 38m Sr. Gelet hierop kan en zal de rechtbank geen ISD-maatregel aan verdachte opleggen.
7.De vorderingen tot tenuitvoerlegging
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 100 dagen;
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
één week gevangenisstraf;
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
één maand gevangenisstraf.