3.2Eiser heeft tegen het medisch oordeel van het UWV aangevoerd dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd en onzorgvuldig is voorbereid. Er heeft geen fysieke hoorzitting plaatsgevonden. Eiser stelt dat sprake is van een nieuw feit, namelijk de door psychiater [naam psychiater 2] gestelde diagnose schizotypische persoonlijkheids-stoornis. In 2012 werd al melding gemaakt van psychische klachten behorend bij dat beeld. Volgens eiser is sprake van een nieuw inzicht dat bij de eerdere beoordeling in 2009 niet is onderkend dan wel niet kon worden vastgesteld. Eiser wijst erop dat ook de verzekeringsarts b&b terug redeneert naar 2009 en rapporteert dat die stoornis toen al moet hebben bestaan.
Eiser stelt verder dat toename van zijn beperkingen binnen 5 jaar na de eerdere aanvraag heeft plaatsgevonden. Er is sprake van continu erger worden klachten na de lagere schoolleeftijd. Eiser stelt dat hij niet in staat is om te werken. Tenslotte wijst eiser erop dat het UWV een inhoudelijke toets heeft uitgevoerd en daarom ten onrechte spreekt over een beperkt toetsingskader.
4.
Zorgvuldigheid van het onderzoek.
De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest.
Uit de rapporten van de artsen van het UWV blijkt dat zij op de hoogte waren van de door eiser gestelde klachten. De aanwezige medische informatie is bij de beoordeling betrokken. Eiser is gezien door de primaire arts en heeft in de bezwaarprocedure vooraf ingestemd met een telefonische hoorzitting met de verzekeringsarts b&b. Zijn moeder en een psychiatrisch verpleegkundige waren bij het gesprek aanwezig.
5.
Herhaalde aanvraag om een Wajong-uitkering na eerdere afwijzing.
De rechtbank stelt vast dat eiser tegen het besluit van 11 mei 2009 geen bezwaar heeft gemaakt. Dit besluit staat daarmee in rechte vast. De rechtbank stelt vervolgens vast dat eisers aanvraag terecht door het UWV is aangemerkt als een herhaalde aanvraag.
Indien sprake is van een verzoek om terug te komen dan zijn er meerdere mogelijkheden.
1. Het verzoek ziet alleen op het verleden en/of
2. Het verzoek ziet op een terugkomen voor de toekomst en/of
3. Er wordt een beroep gedaan op de regeling voor toegenomen arbeidsongeschiktheid (Amber) en/of
4. De aanvraag betreft (ook) een nieuwe aanvraag op grond van de Wajong 2015.
Zoals blijkt uit de uitspraak van de Centrale Raad van beroep van 14 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1, zal de aanvraag naar zijn strekking moeten worden beoordeeld. Indien in een voorkomend geval niet (geheel) duidelijk is wat met een aanvraag wordt beoogd, ligt het op de weg van het UWV daarover bij de aanvrager nadere informatie in te winnen. In dit geval heeft het UWV terecht beoordeeld of sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die aanleiding geven terug te komen op het besluit van 11 mei 2009. Tevens heeft het UWV beoordeeld of sprake is van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak binnen 5 jaar na de eerdere aanvraag.
In het verweerschrift heeft het UWV aangegeven dat bij de Amberbeoordeling is uitgegaan van een onjuiste periode en heeft het UWV zijn standpunt gewijzigd in die zin dat beoordeeld moet worden of sprake is van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak binnen 5 jaar na de 18e verjaardag.
Nu het UWV zijn standpunt in beroep heeft gewijzigd kan het bestreden besluit reeds om die reden niet in stand blijven. De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank zal beoordelen of de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand kunnen worden gelaten.
6.
Verzoek om terug te komen voor het verleden en de toekomst (duuraanspraak).
Allereerst wordt in het kader van de beoordeling of voor het verleden moet worden teruggekomen op het besluit van 11 mei 2009 beoordeeld of er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden (zogenaamde nova).
Onder nieuw gebleken feiten en omstandigheden moet worden verstaan feiten of omstandigheden die na het eerdere besluit zijn voorgevallen, dan wel feiten of omstandigheden die weliswaar voor het eerdere besluit voorgevallen, maar die niet voor dat besluit konden worden aangevoerd. Nieuw gebleken feiten zijn ook bewijsstukken van al eerder gestelde feiten of veranderde omstandigheden, als deze bewijsstukken niet eerder konden worden overgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat het UWV zich terecht op het standpunt stelt dat geen sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die aanleiding geven terug te komen op het eerdere besluit. De primaire arts stelt weliswaar dat sprake is van een nieuw feit vanaf 1 maart 2020, namelijk de psychose, de gestelde diagnose en de crisisopname, maar dit feit heeft geen betrekking op de datum in geding, te weten de 18e verjaardag. De medische gegevens die eiser bij zijn aanvraag en in bezwaar heeft overgelegd, werpen geen nieuw licht op de medische situatie van de 18e verjaardag. Niet blijkt daaruit dat de destijds opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst onjuist was. Tevens is de rechtbank niet gebleken dat het bestreden besluit evident onredelijk is.
Nu er geen aanleiding is om de beperkingen van eiser op zijn 18e verjaardag anders vast te stellen, heeft het UWV terecht geen aanleiding gezien voor de toekomst terug te komen van het besluit van 11 mei 2009, zodat eiser ook vanaf het moment van de aanvraag van 9 juli 2020 geen recht heeft op een Wajong-uitkering.
Het standpunt van eiser dat een inhoudelijke beoordeling heeft plaatsgevonden en het bestreden besluit inhoudelijk moet worden getoetst, wordt niet gevolgd. Dat de door eiser overgelegde medische stukken zijn voorgelegd aan een arts en verzekeringsarts b&b betekent niet dat sprake is geweest van een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag, voor zover die zag op een herziening van het besluit van 11 mei 2009. De stukken zijn voorgelegd ter beoordeling of sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden die aanleiding geven om terug te komen van dat eerdere besluit.
7.
Toegenomen arbeidsongeschiktheid (Amber).
Eiser heeft aangevoerd dat zijn beperkingen zijn toegenomen.
Bij de Amber-beoordeling gaat het om de vraag of bij eiser in de periode van 5 jaar na zijn 18e verjaardag, dus van [datum] 2004 tot [datum] 2009 sprake was van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak.
De rechtbank volgt het UWV in het standpunt dat in genoemde relevante periode hiervan geen sprake is geweest. Voor eisers standpunt dat in de relevante periode al sprake was van toegenomen klachten vindt de rechtbank, evenals het UWV, geen steun in de aanwezige medische informatie. Het rapport van GZ-psycholoog [naam GZ-psycholoog] (Emergis) uit 2012 noch de recente medische informatie van psychiaters [naam psychiater 1] en [naam psychiater 2] hebben betrekking op de periode die hier in geding is. De rechtbank wijst er bovendien op dat bij de eerdere aanvraag in 2009 de Amber periode ook al is beoordeeld. Bij die beoordeling heeft het UWV psychiater [naam psychiater 3] ingeschakeld die destijds geen psychiatrische stoornis heeft vastgesteld.
Het UWV stelt zich terecht op het standpunt dat eiser niet in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering.