ECLI:NL:RBZWB:2022:7878
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens prematuur ingediende ingebrekestelling in belastingzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 december 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de inspecteur van de belastingdienst, omdat zij van mening was dat de inspecteur niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen een naheffingsaanslag BPM. De naheffingsaanslag was op 3 juni 2022 aan de belanghebbende opgelegd, en zij had op 2 juni 2022 bezwaar gemaakt, dat op 7 juni 2022 door de inspecteur was ontvangen. De belanghebbende stelde dat de inspecteur niet binnen de wettelijke termijn had beslist, en heeft de inspecteur op 20 juli 2022 in gebreke gesteld. Echter, de rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de inspecteur tot 26 augustus 2022 de tijd had om te beslissen op het bezwaar. Hierdoor was het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk. De rechtbank kon niet ingaan op de inhoudelijke klachten van de belanghebbende, omdat er nog geen uitspraak op het bezwaar was gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.