ECLI:NL:RBZWB:2022:7785
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op een Wajong-uitkering na afwijzing door het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2022 wordt het beroep van eiser beoordeeld met betrekking tot zijn recht op een Wajong-uitkering. Eiser had op 25 november 2020 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 1 december 2020 werd afgewezen. Het UWV handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit op 10 juni 2021. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, waarbij hij stelt dat zijn ziekte, epilepsie, al op 18-jarige leeftijd aanwezig was, maar dit niet blijkt uit de medische gegevens. De rechtbank heeft het beroep op 16 november 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en een vertegenwoordiger van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het UWV op goede gronden heeft vastgesteld dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. De rechtbank overweegt dat de bewijslast bij de aanvrager ligt en dat eiser geen medische gegevens heeft overgelegd die zijn stelling onderbouwen dat hij op 18-jarige leeftijd al beperkingen had. De rechtbank wijst erop dat de verzekeringsarts b&b zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.