ECLI:NL:RBZWB:2022:7667

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
BRE-22_3088_tm_3091
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaken

Op 16 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, een natuurlijke persoon uit een onbekende plaats, beroep had ingesteld tegen uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De zaak betreft naheffingsaanslagen omzetbelasting met verschillende aanslagnummers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar de brieven zijn ongeopend terugontvangen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep derhalve niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/3088 tot en met 22/3091

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2022 in de zaken tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde]),
en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen uitspraken op bezwaar van de inspecteur betreffende naheffingsaanslagen omzetbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer], [aanslagnummer], [aanslagnummer] en [aanslagnummer] beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In zaken als deze is het griffierecht eenmaal € 365,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 21 juli 2022 belanghebbende in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief.
De enveloppe waarin deze brief is verzonden, is ongeopend ter griffie terugontvangen. Deze brief is aangetekend verstuurd naar het door belanghebbende opgegeven adres. Daarop is de brief op 19 augustus 2022 nogmaals naar dat adres gestuurd, nu per gewone post.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 12 september 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief.
De enveloppe waarin deze brief is verzonden, is ongeopend ter griffie terugontvangen. Deze brief is aangetekend verstuurd naar het door belanghebbende opgegeven adres. Daarop is de brief op 30 september 2022 nogmaals naar dat adres gestuurd, nu per gewone post.
Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 16 december 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.