ECLI:NL:RBZWB:2022:7648
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende, een inwoner van Duitsland, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die betrekking had op een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De heffingsambtenaar had op 30 juni 2022 een beslissing genomen waartegen de belanghebbende in beroep ging.
De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat een eiser verplicht is om griffierecht te betalen, in dit geval € 365,-. De griffier had de belanghebbende eerder in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen binnen een termijn van vier weken na de datum van een aangetekende brief, verzonden op 21 september 2022.
Volgens informatie van PostNL was de brief afgeleverd op het door de belanghebbende opgegeven adres, maar de belanghebbende heeft het griffierecht niet tijdig betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor was er geen aanleiding om het beroep ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft ook geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat daar geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.