ECLI:NL:RBZWB:2022:7645
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de belanghebbende beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die op 11 augustus 2022 was gedaan. Het beroep betreft de bij beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van een pand in [plaats 2], met bijbehorende aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing. De rechtbank heeft op 16 december 2022 uitspraak gedaan in enkelvoudige kamer, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. De griffier had de belanghebbende in een aangetekende brief van 19 oktober 2022 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de brief op het juiste adres is afgeleverd, maar dat de belanghebbende het griffierecht niet heeft betaald en geen verontschuldiging heeft gegeven voor dit verzuim.
Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.