ECLI:NL:RBZWB:2022:7643
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende, een individu uit een niet gespecificeerde plaats, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die op 11 augustus 2022 was gedaan. Het beroep betrof de vastgestelde waarde van een onroerend goed, gelegen op een niet gespecificeerd adres, en de daaruit voortvloeiende aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De griffier had de belanghebbende in een aangetekende brief van 19 oktober 2022 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief op het opgegeven adres is afgeleverd, maar dat de belanghebbende het griffierecht niet heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven.
Hierdoor heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden, zoals mogelijk is onder artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.