ECLI:NL:RBZWB:2022:751

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
15 februari 2022
Zaaknummer
BRE-21_4594_ev
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake belasting van personenauto’s en motorrijwielen

Op 15 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, gevestigd te [plaats], een beroepschrift had ingediend tegen de inspecteur van de Belastingdienst. Het beroep betrof de voldoeningen op aangifte belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Belanghebbende was een griffierecht van € 360 verschuldigd, waarover de griffier belanghebbende schriftelijk had geïnformeerd. In een aangetekende brief van 2 december 2021 werd belanghebbende nogmaals gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de waarschuwing dat niet-ontvankelijkverklaring kon volgen indien het griffierecht niet tijdig werd voldaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is ontvangen, ondanks dat de brief volgens Track&Trace van PostNL was afgehaald. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 21/4594 tot en met 21/4597 en 21/4599 tot en met 21/4601

uitspraak van 15 februari 2022
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [plaats] ,

belanghebbende,
en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de voldoeningen op aangifte belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Hiervoor is belanghebbende eenmaal griffierecht verschuldigd van € 360. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 2 december 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgehaald op een afhaallocatie van PostNL.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 15 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.