ECLI:NL:RBZWB:2022:751
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake belasting van personenauto’s en motorrijwielen
Op 15 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, gevestigd te [plaats], een beroepschrift had ingediend tegen de inspecteur van de Belastingdienst. Het beroep betrof de voldoeningen op aangifte belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Belanghebbende was een griffierecht van € 360 verschuldigd, waarover de griffier belanghebbende schriftelijk had geïnformeerd. In een aangetekende brief van 2 december 2021 werd belanghebbende nogmaals gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de waarschuwing dat niet-ontvankelijkverklaring kon volgen indien het griffierecht niet tijdig werd voldaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is ontvangen, ondanks dat de brief volgens Track&Trace van PostNL was afgehaald. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.