Verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts b&b 1] heeft de beschikbare medische gegevens bestudeerd. Verder heeft zij eiseres onderzocht op haar spreekuur op 28 juni 2021 en de informatie van de psychiater van eiseres van 9 maart 2021, naast de overige in het dossier aanwezige medische informatie, in haar afwegingen betrokken. Zij stelt in haar rapportage van 8 juli 2021 dat eiseres bekend is met reeds langer bestaande chronische lage rugklachten en voorts met pols- en armklachten rechts naast nekklachten. In augustus 2019 bereikte eiseres het einde van de wachttijd voor de WIA. Er werden destijds beperkingen geduid met betrekking tot belasting van de rug/nek en rechter arm/pols, en er werd rekening gehouden met een verminderde psychische belastbaarheid wegens depressieve klachten, geduid als aanpassingsstoornis. Ook werd rekening gehouden met het medicijngebruik met betrekking tot verhoogd persoonlijk risico. Er werden passende functies geduid waarmee eiseres 25,85% arbeidsongeschikt werd geacht en waarmee zij niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. Nadien volgden nieuwe ziekmeldingen waarbij eiseres geschikt werd geacht eerder geduide functies uit te voeren.
Nu ligt een bezwaar voor tegen de beslissing per 4 mei 2021, waarbij eiseres geschikt wordt geacht voor de eerder geduide functies. De verzekeringsarts zag geen toegenomen beperkingen.
Eiseres is het hiermee niet eens. Bij de WIA beoordeling in 2019 werd geen rekening gehouden met inmiddels gestelde diagnoses: depressieve stoornis, posttraumatische stressstoornis en trekken van een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Haar medische situatie is daardoor wel degelijk verslechterd. Ook haar rugklachten zijn toegenomen, aldus eiseres.
Uit de aanwezige informatie van de behandelend psychiater in 2020/2021 blijkt volgens de verzekeringsarts b&b dat weliswaar eiseres is verwezen voor behandeling wegens verdenking op PTSS gecombineerd met angst- en paniekstoornis naast een persoonlijkheidsstoornis, maar uit de informatie van de psychiater en dan met name de laatste brief van 9 maart 2021 zijnde de datum het dichtst bij de datum in geding, als diagnose wordt aangegeven een lichte depressieve stoornis en voorts differentiaal diagnostisch (DD), dat wil zeggen in overweging nemend, een posttraumatische stressstoornis en trekken van een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Dat wil zeggen dat de psychiater de PTSS nog niet met zekerheid heeft vastgesteld en ook nog niet met zekerheid gesproken wordt van een persoonlijkheidsstoornis. Er worden wel kenmerken van PTSS beschreven, maar vermoedelijk voldoet eiseres niet aan alle noodzakelijke kenmerken voor het stellen van de diagnose. Daarnaast worden afhankelijke en vermijdende trekken beschreven die onderhoudend zijn in het klachtenpatroon.
De primaire verzekeringsarts hield ten tijde van de WIA reeds rekening met verminderde stressbestendigheid. De nadien gebleken lichte depressieve stoornis geeft, gelet op de lichte ernst, geen aanleiding voor het stellen van belangrijke aanvullende beperkingen. Ook werd al rekening gehouden met eventuele nadelige effecten van de gebruikte medicatie.
Voor wat betreft de vermijdende persoonlijkheidstrekken en de angstklachten moet volgens verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts b&b 1] worden gesteld dat juist vermijding deze klachten ook versterkt. Eiseres zal daarom gestimuleerd moeten worden tot activiteiten buitenshuis.
Er zijn voorts geen nieuwe bevindingen gebleken aangaande de fysieke klachten. Er zijn in dat verband ook geen nieuwe onderzoeken of behandelingen gestart. Op fysiek vlak zou eiseres juist gedoseerd actief moeten blijven, passend bij de al beschreven beperkingen. Langdurige relatieve inactiviteit brengt deconditionering met zich en daarmee ook toename van ervaren klachten bij inspanning. Dat is echter geen rechtstreeks gevolg van ziekte en de medische beperkingen nemen daarmee ook niet toe. Hetzelfde geldt voor het gegeven dat een passieve coping en persoonlijkheidseigenschappen op zichzelf niet direct tot medische beperkingen leiden.
Samenvattend is de situatie vanuit medisch oogpunt niet anders dan beschreven door verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts b&b 2] op 8 juni 2020 in de bezwaarprocedure met betrekking tot het niet toekennen van een ZW-uitkering per 2 maart 2020. De geduide functies passen bij licht/matig fysiek en relatief stressarm werk. Vooralsnog moeten deze functies ook bij een bijkomende lichte depressieve stoornis passend worden geacht.
Verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts b&b 1] concludeert dat eiseres op 4 mei 2021 geschikt was voor de maatstaf zijn arbeid/de eerder geduide functies in het kader van de WIA.