ECLI:NL:RBZWB:2022:7429
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na werkstaking
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eisers tegen het besluit van het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant, dat hun aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet heeft afgewezen. De rechtbank behandelt de feiten en omstandigheden rondom de aanvraag, die op 7 december 2020 is ingediend, en het primaire besluit van 19 januari 2021, waarin de aanvraag werd afgewezen omdat eiser [naam eiser 1] weigerde aangepaste werkzaamheden te verrichten. De rechtbank concludeert dat het dagelijks bestuur op goede gronden heeft gehandeld door de aanvraag af te wijzen, aangezien er sprake was van werkstaking in de zin van artikel 13, eerste lid, sub d, van de Participatiewet. De rechtbank wijst erop dat de wetgever geen ruimte laat voor afwijkingen in dergelijke gevallen.
De rechtbank overweegt dat eiser [naam eiser 1] na zijn ziekmelding in staat was om aangepast werk te hervatten, maar dit niet heeft gedaan. Dit wordt door de rechtbank aangemerkt als werkstaking, wat leidt tot uitsluiting van het recht op bijstand. De rechtbank wijst ook op het feit dat eiseres [naam eiser 2] geen recht op bijstand kan claimen, omdat haar aanvraag afhankelijk is van de status van haar echtgenoot. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de bijstandsuitkering in stand blijft. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.