Hoe waarschijnlijk (zeer waarschijnlijk – waarschijnlijk – mogelijk waarschijnlijk – zeer onwaarschijnlijk) acht u het dat de nek- en rugklachten van de heer [eiser] een gevolg zijn van het verrichten van zijn werkzaamheden als uitbener bij Best Star Met B.V. (verder: BSM ) en haar rechtsvoorgangsters vanaf 11 maart 1991 tot aan zijn feitelijke uitval op 3 november 2014? Kunt u uw antwoord motiveren, mede onder verwijzing naar de literatuur?
Is er bij [eiser] sprake van klachten, afwijkingen, aanleg, symptomen en/of andere factoren die reeds bestonden voor aanvang van het dienstverband bij BSM in 1991 of die na aanvang van het dienstverband bij BSM zijn ontstaan, en die geen verband kunnen houden met de werkzaamheden die [eiser] bij BSM heeft uitgevoerd zoals beschreven in de dagvaarding en conclusie van antwoord? Zo ja, kunt u aangeven wat de aard van deze klachten, afwijkingen, aanleg, symptomen en/of andere factoren is en welke beperkingen hieruit voortvloeien?
Welke diagnose(n) stelt u op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaal diagnostische overwegingen geven?
Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de heer [eiser] zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
Wilt u uw medische bevindingen ten aanzien van ontstaan en verloop van de klachten/afwijkingen en de (arbeids)omstandigheden voor, tijdens en na de dienstbetrekking bij BSM in een tijdslijn uitzetten en de vraag beantwoorden in hoeverre een eventueel causaal verband gezien de samenhang in de tijd meer of minder waarschijnlijk is?
Kunt u op basis van uw deskundigheid en met zoveel mogelijk onderbouwing met literatuur aangeven in welke mate de gestelde blootstelling aan risicofactoren in het werk in bedoelde periode bij BSM heeft bijgedragen aan het ontstaan van de door u gestelde diagnose(n)?
Welke andere (medische of individu-gebonden) risicofactoren hebben redelijkerwijs een rol gespeeld in het ontstaan van de klachten en afwijkingen en in welke zin?
Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde klachten en afwijkingen?
Welke opmerkingen zijn naar het oordeel van de deskundige verder van belang in het kader van de door de kantonrechter te nemen beslissing?