ECLI:NL:RBZWB:2022:7205
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een handhavingsverzoek tegen geluidsoverlast door een airco-unit
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om handhavend op te treden tegen geluidsoverlast van een airco-unit op het dak van de aangrenzende woning. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal heeft dit handhavingsverzoek met het besluit van 7 juni 2021 afgewezen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college bleef bij zijn standpunt. De rechtbank heeft het beroep op 4 november 2022 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van het college en een derde partij aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de airco-unit als bouwwerk moet worden aangemerkt, wat het college ten onrechte niet heeft gedaan. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat er geen overtreding van het Bouwbesluit, het bestemmingsplan of de APV is, waardoor het college niet bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven en dat het college het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 29 november 2022.