ECLI:NL:RBZWB:2022:7091

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
9795862_E30112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van besluiten van de Vereniging van Eigenaren inzake dakvernieuwing en zonnepanelen

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen de Vereniging van (Hoofdadappartement)eigenaren en de Vereniging van (Onderappartement)eigenaren van het complex '[VvE Gebouw]'. [verzoeker] verzocht om de nietigheid van een besluit van maart 2021 over de vervanging van de dakbedekking en de vernietiging van besluiten genomen op de vergadering van 24 februari 2022 over de dakbedekking en zonnepanelen. De rechtbank oordeelde dat het besluit van maart 2021 nietig was, omdat het buiten de vergadering was genomen zonder schriftelijke instemming van alle eigenaars, zoals vereist door de splitsingsakte. De VvE's voerden aan dat de Wet COVID-19 de besluitvorming had vergemakkelijkt, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet van toepassing was. De besluiten van 24 februari 2022 werden echter niet vernietigd, omdat de rechtbank oordeelde dat de VvE's voldoende procedurele stappen hadden gevolgd en dat de besluiten niet in strijd waren met de redelijkheid en billijkheid. [verzoeker] werd veroordeeld in de proceskosten, omdat hij overwegend ongelijk kreeg.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9795862 \ OV VERZ 22-2209
beschikking van 30 november 2022
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. M. van der Veer,
tegen
1.
VERENIGING VAN (HOOFDAPPARTEMENTS)EIGENAARS GEBOUW " [VvE Gebouw] " TE [plaats],
2.
VERENIGING VAN (ONDERAPPARTEMENTS)EIGENAARS PARKEERPLAATSEN " [VvE Gebouw] " TE [plaats],
3.
VERENIGING VAN (ONDERAPPARTEMENTS)EIGENAARS WONINGEN EN BERGINGEN " [VvE Gebouw] " TE [plaats],
alle gevestigd te [plaats] ,
verweersters,
hierna te noemen: VvE Gebouw, VvE Parkeerplaatsen, VvE Woningen en samen als de VvE’s,
gemachtigde: mr. C.G. Huijsmans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het op 24 maart 2022 ontvangen verzoekschrift met producties 1 tot en met 13;
de brief van 2 augustus 2022 van mr. Huijsmans met producties 1 tot en met 6;
de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op 3 augustus 2022;
het verweerschrift;
de aantekeningen van de griffier van de voortzetting van de mondelinge behandeling gehouden op 24 augustus 2022, alsmede de op deze mondelinge behandeling door mr. Van der Veer overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.
1.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 5:130 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de griffier [verzoeker] , de andere stemgerechtigden en de VvE’s opgeroepen om op het verzoek te worden gehoord op de mondelinge behandeling van 3 augustus 2022. In de oproepingsbrieven voor de andere stemgerechtigden is abusievelijk vermeld dat de mondelinge behandeling zou plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Middelburg, terwijl die mondelinge behandeling werd gehouden in het gerechtsgebouw te Bergen op Zoom. Omdat de andere stemgerechtigden niet op de mondelinge behandeling zijn verschenen, is de mondelinge behandeling aangehouden. [verzoeker] , de andere stemgerechtigden en de VvE’s zijn vervolgens opgeroepen voor een voortzetting van de mondelinge behandeling. Die voortzetting van de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2022.
1.3.
Na sluiting van de mondelinge behandeling is uitspraak bepaald.

2.De feiten

2.1.
Het complex “ [VvE Gebouw] ”, bestaande uit dertig parkeerplaatsen, achttien bergingen en veertien woningen, aan de [VvE Gebouw] te [plaats] is bij akte van hoofdsplitsing van 8 juli 2005 gesplitst in twee appartementsrechten. Daarbij is de hoofdvereniging VvE Gebouw opgericht. Het eerste appartemensrecht betreft de parkeerplaatsen. Het tweede appartementsrecht betreft de woningen en bergingen. Beide appartementsrechten zijn bij aktes van ondersplitsing van 8 juli 2005 verder ondergesplitst in appartementsrechten. Daarbij zijn respectievelijk de ondervereniging VvE Parkeerplaatsen en de ondervereniging VvE Woningen opgericht.
2.2.
In de hoofdsplitsingsakte staat in artikel 34:
“1. Stemgerechtigd zijn de eigenaars, onverminderd het bepaalde in artikel 5:123 derde lid van het Burgerlijk Wetboek.
2. Het maximum aantal in de vergadering uit te brengenstemmenbedraagttwee. Voor elk appartementsrecht wordt één stem uitgebracht.
3. In geval van ondersplitsing zal het stemrecht dat aan het in de ondersplitsing betrokken appartementsrecht toekomt, worden uitgebracht op de wijze en in de verhouding zoals bij de ondersplitsing is bepaald, met dien verstande dat de onderlinge verhouding tussen het stemrecht verbonden aan het ondergesplitste appartementsrecht en de andere appartementsrechten niet gewijzigd wordt.
De vergadering kan in geval van ondersplitsing besluiten het aantal uit te brengen stemmen te verveelvoudigen, doch slechts onder handhaving van de onderlinge stemverhouding tussen de eigenaars als in de akte is bepaald.
De stemmen voor het in de ondersplitsing betrokken appartementsrecht worden in de vergadering uitgebracht in de verhouding waarin de stemmen in de ondervereniging waren uitgebracht. Het bestuur van de ondervereniging oefent het stemrecht van het betrokken appartementsrecht in de vergadering uit.”
en in artikel 37:
“1. Alle besluiten waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
(…)
4. Met een besluit van de vergadering staat gelijk een voorstel, waarmede alle eigenaars schriftelijk hun instemming hebben betuigd.
(…)”
2.3.
[verzoeker] is eigenaar van appartementsrechten in het complex [VvE Gebouw] die recht geven op het gebruik van de woning aan de [adres verzoeker] , een berging en een parkeerplaats. Als eigenaar is [verzoeker] van rechtswege lid van de VvE Woningen en de VvE Parkeerplaatsen. Hij is ook, gezamenlijk met de andere leden van de VvE Woningen en de VvE Parkeerplaatsen, van rechtswege lid van de VvE Gebouw.
2.4.
De besturen van de VvE’s (hierna in enkelvoud: het bestuur) worden gevormd door dezelfde bestuursleden; de heer [bestuurslid 1] en de heer [bestuurslid 2]. De vergaderingen van de VvE’s worden gezamenlijk gehouden.
2.5.
Op de vergadering van de VvE’s op 15 september 2020 is het besluit genomen om 110 zonnepanelen op het dak van het complex te laten plaatsen door de firma Agrozon. Daarvan worden 44 zonnepanelen aangewend voor de VvE’s. De ruimte voor de resterende 56 zonnepanelen wordt verdeeld onder de eigenaars. Zij konden voor eigen rekening zonnepanelen kopen van Agrozon.
2.6.
Het bestuur heeft vervolgens de behoefte aan zonnepanelen onder de eigenaars geïnventariseerd.
2.7.
Bij brief van 11 maart 2021 heeft het bestuur aan de eigenaars bericht dat vanwege COVID-19 en de in verband daarmee genomen overheidsmaatregelen geen vergaderingen konden plaatsvinden. Het bestuur heeft in de brief toestemming gevraagd voor een aantal zaken, waaronder de vervanging van de dakbedekking van het complex. Zij heeft toegelicht dat bij een inspectie op het dak voor de zonnepanelen lekkages en ondeugdelijke lasnaden zijn geconstateerd. Het bestuur heeft drie oplossingen van de firma’s [bedrijf 1] en [bedrijf 2] voorgelegd, waarbij zij het voorstel heeft gedaan voor de oplossing om de dakbedekking te laten vervangen voor een nieuwe pvc dakbedekking door [bedrijf 1].
2.8.
Elf eigenaars zijn akkoord gegaan met het voorstel van het bestuur tot vervanging van de dakbedekking. Twee eigenaars, onder wie [verzoeker] , hebben het voorstel afgewezen. Eén eigenaar heeft niet gereageerd. Het bestuur heeft in een brief van maart 2021 de uitslag teruggekoppeld aan de eigenaars. Zij heeft daarin vermeld dat de dakbedekking kon worden vervangen.
2.9.
Het bestuur heeft vervolgens een nieuwe pvc dakbedekking laten leggen door [bedrijf 1] en 133 zonnepanelen laten plaatsen op het dak door Agrozon. Daarvan zijn 42 zonnepanelen voor de VvE’s. De resterende ruimte voor 91 zonnepanelen is verdeeld onder de eigenaars.
2.10.
[verzoeker] en het bestuur hebben gecorrespondeerd over de dakbedekking en de zonnepanelen. In die correspondentie heeft [verzoeker] gemeld dat een geldig besluit ontbrak voor het vervangen van de dakbedekking en voor het plaatsen en verdelen van de zonnepanelen.
2.11.
Op verzoek van [verzoeker] zijn de hiervoor genoemde onderwerpen aan de orde gekomen op de vergadering van de VvE’s op 24 februari 2022. De vergadering heeft de vervanging van de dakbedekking goedgekeurd en zij heeft ook de plaatsing en verdeling van de zonnepanelen goedgekeurd.

3.Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat het besluit genomen in maart 2021 over het (geven van toestemming tot het) vernieuwen van het dak met een nieuwe pvc-dakbedekking door [bedrijf 1], nietig is;
te vernietigen – dan wel nietig te verklaren – de besluiten genomen op de vergadering van 24 februari 2022 over de dakbedekking en de zonnepanelen, zoals weergegeven onder randnummer 3 van de notulen van die vergadering;
de VvE’s hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, met rente.
3.2.
[verzoeker] legt – samengevat – het volgende ten grondslag aan zijn verzoeken. Hij stelt dat het besluit van maart 2021 om het dak te vernieuwen nietig is op grond van artikel 2:14 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW). Het is namelijk genomen buiten de vergadering. Ingevolge artikel 37 lid 4 van de splitsingsakte is een besluit buiten de vergadering slechts geldig als alle eigenaars daarmee schriftelijk hebben ingestemd. Daarvan is geen sprake, aldus [verzoeker] .
3.3.
Ten aanzien van de besluiten op de vergadering van 24 februari 2022 stelt [verzoeker] dat deze vernietigbaar zijn op grond van artikel 2:15 lid 1 sub a en b BW. Zij zijn in strijd met de splitsingsakte en de redelijkheid en billijkheid. Volgens [verzoeker] zijn de besluiten in strijd met de splitsingsakte, omdat bij de stemming geen onderscheid is gemaakt tussen een stem in de hoofdvereniging VvE Gebouw en een stem in de onderverenigingen VvE Parkeerplaatsen/VvE Woningen. [verzoeker] meent dat het besluit om het dak te vernieuwen in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, omdat de noodzaak daarvoor ontbrak. Het bestuur heeft niet aangetoond dat sprake was van een lekkage en zij heeft nagelaten inzicht te geven in de bevindingen van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] en hun offertes. Het besluit omtrent de zonnepanelen is volgens [verzoeker] ook in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De verdeling van de ruimte voor de zonnepanelen voor de eigenaars wijkt af van de breukdelen van de eigenaars. Er zijn meerdere eigenaars die aanspraak hebben op 6,663 plaatsen voor zonnepanelen. Daarvoor heeft de ene eigenaar 6 plaatsen gekregen, terwijl een andere eigenaar daarvoor 7 plaatsen heeft gekregen. Daarnaast is verzuimd om bij de berekening van de plaatsen de breukdelen in de parkeerplaatsen mee te nemen. Verder heeft het bestuur gemeld dat 42 zonnepanelen voldoende zou zijn om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de VvE’s. Dat is niet het geval. Men had moeten vasthouden aan de oorspronkelijke 44 zonnepanelen en de extra ruimte voor zonnepanelen had men ook moeten inzetten voor de VvE’s.
3.4.
De VvE’s voeren – voor zover van belang – het volgende verweer. De VvE’s betwisten dat het besluit van maart 2021 nietig is. Zij menen dat die brief is gelijk te stellen met de vergadervormen die de Tijdelijk wet COVID-19 Justitie en Veiligheid (Wet COVID-19) toestaat. Bovendien ontbreekt het belang voor [verzoeker] om zich op de nietigheid te beroepen, aangezien de vergadering op 24 februari 2022 het vernieuwen van het dak alsnog heeft goedgekeurd. Daarnaast weegt mee dat sprake was van een lekkage aan het dak, zodat het vernieuwen van de dakbedekking geen uitstel duldde.
3.5.
De VvE’s betwisten ook dat de besluiten van 24 februari 2022 vernietigbaar zijn. Volgens de VvE’s is het niet vereist om vanuit de onderverenigingen VvE Parkeerplaatsen/VvE Woningen te stemmen. Daarnaast geldt dat als vanuit de onderverenigingen zou zijn gestemd, er evengoed een meerderheid voor de besluiten was. Met betrekking tot het dak stellen de VvE’s dat daarover een inhoudelijk debat is gevoerd op de vergaderingen. Er geldt geen verplichting om meerdere offertes of deskundigenoordelen over te leggen. Bovendien lagen de offertes bij het bestuur ter inzage voor de eigenaars. Daarvan heeft geen van de eigenaars gebruik gemaakt, ook [verzoeker] niet. Er was een noodzaak om het dak te vernieuwen, omdat het in een slechte staat verkeerde en er lekkages optraden. Het was niet zinvol om zonnepanelen op een slecht dak te plaatsen. Bij een reparatie moeten de zonnepanelen weer worden verwijderd. Dat brengt extra kosten met zich mee, aldus de VvE’s. Met betrekking tot de plaatsing van de zonnepanelen stellen de VvE’s dat 42 zonnepanelen voldoende is voor hun elektriciteitsbehoefte. Dat blijkt uit een berekening die in 2021 is uitgevoerd. De verdeling van de resterende ruimte voor zonnepanelen onder de eigenaars is gegaan volgens de breukdelen van de eigenaars. Toen bij het plaatsen van de zonnepanelen bleek dat er ruimte was voor zes extra zonnepanelen, is voor die ruimte een loting gehouden onder de eigenaars.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid van de verzoeken
4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat het verzoekschrift is ontvangen op 24 maart 2022. Het verzoek tot vernietiging van de besluiten van 24 februari 2022 is daarmee ingevolge artikel 5:130 lid 2 BW binnen de termijn van een maand ingediend en daarmee tijdig gedaan. Voor het verzoek tot nietigheid van het besluit van maart 2021 geldt geen vervaltermijn.
4.2.
Op grond van artikel 2:14 BW is een besluit nietig, indien het in strijd is met de wet of de statuten. Volgens de wetsgeschiedenis wordt in het appartementsrecht met de statuten bedoeld de splitsingsakte en het reglement (
MvA II, Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 5, p. 1103). Een besluit is krachtens artikel 2:15 lid 1 BW vernietigbaar wegens strijd met de wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen (sub a), wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt geëist (sub b) of wegens strijd met het huishoudelijk reglement (sub c). Een verklaring voor recht dat een besluit nietig is op grond van artikel 2:14 BW, dient in beginsel aan de rechtbank te worden voorgelegd. Vernietiging van een besluit op grond van artikel 2:15 jo. artikel 5:130 BW dient aan de kantonrechter te worden voorgelegd. In deze zaak doet [verzoeker] een beroep op de nietigheid van het besluit van maart 2021 en hij roept de vernietiging in van de besluiten van 24 februari 2022. In lijn met vaste rechtspraak zal de kantonrechter de procedure niet splitsen in een procedure bij de rechtbank ter beoordeling van de nietigheid van het besluit van maart 2021 en een procedure bij de kantonrechter ter beoordeling van de vernietiging van de besluiten van 24 februari 2022. De kantonrechter zal beide kwesties gezamenlijk behandelen (Hoge Raad 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1275, r.o. 3.2.3).
Het besluit van maart 2021
4.3.
De VvE’s worden niet gevolgd in hun stelling, inhoudende dat [verzoeker] geen belang heeft om een beroep te doen op de nietigheid van het besluit van maart 2021 omdat dat besluit opnieuw ter stemming is voorgelegd aan de vergadering op 24 februari 2022. Het besluit van maart 2021 is niet komen te vervallen door het opnieuw ter stemming voor te leggen aan de vergadering. Daarvoor had op de vergadering van 24 februari 2022 het besluit moeten worden genomen om het besluit van maart 2021 te herroepen, waarna ten aanzien van dat onderwerp een nieuw besluit kon worden genomen. Dat is niet gebeurd. De kantonrechter zal derhalve oordelen over hetgeen [verzoeker] aanvoert voor de nietigheid van het besluit van maart 2021.
4.4.
De vergadering neemt de besluiten (artikel 5:125 jo. artikel 5:127 BW). Het besluit van maart 2011 is buiten de vergadering genomen. Artikel 37 lid 4 van de hoofdsplitsingsakte bepaalt dat dit enkel mogelijk als alle eigenaars schriftelijk met een voorstel instemmen. Daarvan was geen sprake, zoals volgt uit rechtsoverweging 2.8.
4.5.
De Wet COVID-19 baat de VvE’s niet. Anders dan zij stellen, bepaalt die wet niet dat een brief een vergadervorm is die een geldig besluit oplevert. De Wet COVID-19 biedt in verband met COVID en de overheidsmaatregelen aan een VvE de mogelijkheid om een vergadering langs digitale weg te laten plaatsvinden (artikel 6 Wet COVID-19). Daarvan was geen sprake. De stelling van de VvE’s dat het vernieuwen van het dak geen uitstel duldde, baat hen evenmin. Dat neemt niet weg dat zij toestemming van de vergadering nodig hebben voor de vernieuwing van het dak, desnoods achteraf als er vanwege een situatie van spoed reeds actie is ondernomen voordat toestemming is verleend.
4.6.
Aangezien de besluitvorming middels de brief van maart 2011 in strijd is met de wet en de hoofdsplitsingsakte, is dat besluit nietig op grond van artikel 2:14 BW. De kantonrechter zal dienovereenkomstig beslissen.
De besluiten van 24 februari 2022
4.7.
Volgens artikel 34 lid 3, derde alinea, van de hoofdsplitsingsakte wordt het stemrecht in de vergadering van de hoofdvereniging VvE Gebouw uitgebracht in de verhouding waarin de stemmen in de onderverenigingen de VvE Parkeerplaatsen en de VvE Woningen waren uitgebracht. Het zijn het bestuur van de VvE Parkeerplaatsen en het bestuur van de VvE Woningen die het stemrecht voor de VvE Parkeerplaatsen en de VvE Woningen feitelijk uitoefenen in de vergadering van de VvE Gebouw. Dit is het stelsel van evenredige vertegenwoordiging; de eigenaars stemmen in de vergadering van VvE Parkeerplaatsen en de VvE Woningen en vervolgens stemt het bestuur van de VvE Parkeerplaatsen en het bestuur van de VvE Woningen in de vergadering van de VvE Gebouw volgens de stemverhoudingen zoals die in de VvE Parkeerplaatsen en VvE Woningen zijn uitgebracht. Uit de verklaringen van partijen op de voortgezette mondelinge behandeling volgt dat die stemwijze niet is gevolgd. De eigenaars hebben rechtstreeks gestemd in de vergadering van de VvE Gebouw. Daarmee is in strijd met de hoofdsplitsingsakte gehandeld. Niettemin hebben de VvE’s onweersproken gesteld aan de hand van een overzicht van de stemmen (productie 2 van de VvE’s) dat als er wel vanuit de onderverenigingen zou zijn gestemd, de meerderheid evengoed stemde
voorde besluiten van de vergadering van de VvE Gebouw. Gelet op die uitkomst ontbreekt voor [verzoeker] het belang bij vernietiging van de besluiten vanwege het niet volgen van de juiste wijze van stemmen. De verzochte vernietiging op dit onderdeel faalt derhalve.
Het besluit van 24 februari 2022 tot vernieuwing van het dak
4.8.
Op grond artikel 2:15 lid 1 sub b BW is een besluit vernietigbaar als het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 8 wordt geëist. De wetsgeschiedenis geeft als toetsingsmaatstaf of een orgaan, in dit geval de vergadering, bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid en billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen (Kamerstukken II, 1984/1985, 17725, 7, p. 16). Dit laat een zodanige marge dat in een procedure als de onderhavige niet al te snel, in het bijzonder wanneer de vergadering de belangen heeft afgewogen, tot overschrijding van de redelijkheid en billijkheid kan worden geconcludeerd.
4.9.
Het bestuur heeft bij brief van maart 2021 voorgesteld het dak te vernieuwen vanwege lekkages en ondeugdelijke lasnaden. Volgens [verzoeker] heeft het bestuur geen offertes getoond en geen inzage gegeven in de bevindingen van [bedrijf 1] en [bedrijf 2]. De VvE’s hebben evenwel op voortgezette mondelinge behandeling onweersproken gesteld dat die offertes wel bij het bestuur ter inzage lagen voor de eigenaars. De eigenaars konden dus kennis nemen van die offertes en de daarin opgenomen bevindingen. Verder hebben de VvE’s onweersproken gesteld dat op de vergadering van 24 februari 2021 de eigenaars vragen konden stellen over het dak en kennis konden nemen van elkaars visies, voordat zij stemden. Partijen verschillen van mening over de noodzaak om het dak te vernieuwen. Zo ontbreekt de noodzaak volgens [verzoeker] , terwijl het volgens het bestuur nodig was het dak te vernieuwen vanwege de slechte staat en lekkages. Ieder van de eigenaars heeft dat voor zichzelf kunnen afwegen. Uiteindelijk heeft de meerderheid van de eigenaars
voorde vernieuwing van het dak gestemd. Uit hetgeen [verzoeker] heeft aangevoerd, is niet gebleken van strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het beroep op vernietiging door [verzoeker] op dit onderdeel gaat daarom niet op.
Het besluit van 24 februari 2022 tot plaatsing van de zonnepanelen en de verdeling daarvan
4.10.
Partijen zijn het erover eens dat de zonnepanelen primair zijn bedoeld om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de VvE’s. Daarover is het debat gevoerd op de vergadering van 24 februari 2022. Hoewel op de vergadering van 15 september 2020 is gekozen voor 44 zonnepanelen voor de VvE’s, heeft de vergadering op 24 februari 2022 besloten om dat terug te brengen tot 42 zonnepanelen voor de VvE’s. Tussen partijen is in geschil of 42 zonnepanelen voldoende is om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de VvE’s. Zelfs als aan dat geschil wordt voorbijgegaan en [verzoeker] wordt gevolgd in zijn stelling dat in de praktijk blijkt dat 42 zonnepanelen onvoldoende is, betekent dat niet dat het besluit op 24 februari 2022 om 42 zonnepanelen aan te wenden voor de VvE’s achteraf bezien in strijd met de redelijkheid en billijkheid is geweest. Dat is slechts anders als op 24 februari 2022 al vaststond dat 42 zonnepanelen onvoldoende zou zijn voor de VvE’s. Dat is niet gesteld of gebleken.
4.11.
Ten aanzien van de verdeling van de resterende ruimte voor zonnepanelen onder de eigenaars is naar het oordeel van de kantonrechter evenmin gebleken van strijd met de redelijkheid en billijkheid. Er is besloten om de plaatsen voor de zonnepanelen te verdelen volgens de breukdelen van de eigenaars. De door [verzoeker] overgelegde productie 11 geeft daarvoor de berekening die de vergadering heeft gevolgd. [verzoeker] stelt dat bij die berekening slechts de breukdelen van het aandeel in de woningen is meegenomen en is verzuimd om ook het aandeel in de parkeerplaatsen mee te nemen. Zelfs als [verzoeker] daarin wordt gevolgd, had het op zijn weg gelegen om in het verlengde van zijn stelling een alternatieve berekening te maken waaruit blijkt dat een andere verdeling van de ruimte voor de zonnepanelen tot een redelijker resultaat zou hebben geleid. [verzoeker] heeft dat niet gedaan. Hij heeft zijn stelling op dit onderdeel onvoldoende gemotiveerd, zodat die stelling zal worden gepasseerd. Uit productie 11 volgt dat de berekening niet uitkomt op hele zonnepanelen. Het was derhalve nodig om af te ronden op hele zonnepanelen, aangezien de zonnepanelen niet in stukken waren te delen. Dat was een praktisch probleem waar de VvE’s niet omheen konden. Het betekent dat bij twee verschillende eigenaars met ieder aanspraak op 6,663 plaatsen voor zonnepanelen één eigenaar 6 plaatsen krijgt, terwijl de andere eigenaar 7 plaatsen krijgt. Die omstandigheid brengt niet zonder meer met zich mee dat het genomen besluit in strijd de redelijkheid en billijkheid is.
4.12.
Gelet op het bovenstaande zal de verzochte vernietiging van het besluit over de zonnepanelen eveneens worden afgewezen.
Proceskosten
4.13.
[verzoeker] is de partij die overwegend ongelijk krijgt. Hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan deze beschikking worden de proceskosten aan de zijde van de VvE’s vastgesteld op € 498,00 (2 punten à € 249,00) voor salaris van de gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart dat het besluit genomen in maart 2021 over het (geven van toestemming tot het) vernieuwen van het dak met een nieuwe pvc-dakbedekking door [bedrijf 1] nietig is;
5.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, aan de zijde van de VvE’s tot deze beschikking vastgesteld op € 498,00;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.J. van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022.