ECLI:NL:RBZWB:2022:7039
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 25 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-3126, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. Het beroep betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald om een beroep in te stellen. De griffier had belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar de aangetekende brief van 22 juli 2022, waarin belanghebbende werd verzocht het griffierecht te betalen, is ongeopend terugontvangen. Een tweede poging om het griffierecht te innen, per gewone post op 31 augustus 2022, heeft ook niet geleid tot betaling.
Aangezien belanghebbende geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft daarom het beroep van belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.