ECLI:NL:RBZWB:2022:7006

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
20/6810 t/m 20/6828
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van beroepen tegen naheffingsaanslag BPM en belastingrentebeschikking met compromis

Op 24 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken met zaaknummers 20/6810 tot en met 20/6828, waarbij belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. R. Lammers, in beroep ging tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De inspecteur had een naheffingsaanslag BPM opgelegd, vergezeld van een belastingrentebeschikking. Tijdens de procedure hebben partijen een compromis bereikt, waardoor een zitting niet nodig was. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op verzoek van partijen.

In het compromis is overeengekomen dat de naheffingsaanslag wordt verminderd tot € 4.000 en de belastingrentebeschikking tot € 178. Daarnaast is de inspecteur verplicht om het griffierecht van € 354 en proceskosten van € 1.897,50 aan belanghebbende te vergoeden, evenals een immateriële schadevergoeding van € 1.500 wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag en belastingrentebeschikking aangepast conform het compromis.

De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.H. van Schaik, rechter, en mr. A.S. Wiskerke-Hovanesian, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 20/6810 tot en met 20/6828
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [vestigingsplaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. R. Lammers),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 24 april 2020.
1.2.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag BPM met aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: de naheffingsaanslag) opgelegd. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
1.3.
Partijen hebben aan de rechtbank laten weten een compromis te hebben bereikt en dat een zitting achterwege kan blijven. De rechtbank heeft op verzoek van partijen het onderzoek gesloten en de zaken niet behandeld op een zitting.

2.Beoordeling door de rechtbank

2.1.
Partijen hebben wijze van compromis overeenstemming bereikt. Het compromis houdt het volgende in.
  • De naheffingsaanslag wordt verminderd tot € 4.000 waarbij de belastingrentebeschikking dienovereenkomstig wordt verminderd naar € 178;
  • De inspecteur vergoedt het griffierecht van € 354 aan belanghebbende;
  • De inspecteur vergoedt proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 1.897,50;
  • De inspecteur vergoedt een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 1.500;
  • Partijen zien af van het instellen van rechtsmiddelen indien en voor zover de uitspraak van de rechtbank in overeenstemming is met het compromis.
De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 4.000 en wijzigt de belastingrentebeschikking naar € 178;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.500;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.897,50;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 354 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. M.H. van Schaik, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Wiskerke-Hovanesian, griffier, op 24 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.