Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- feit 1: medeplichtigheid aan hennepteelt in drie verschillende woningen;
- feit 2: medeplichtigheid aan diefstal van elektriciteit in drie verschillende woningen;
- feit 3: medeplegen van witwassen;
- feit 4: medeplegen van het gebruik maken van valse geschriften.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de tenlastegelegde feiten onder 1 en 2;
feit 4: medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van een vals/vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;