Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 oktober 2011 opgemaakt en ondertekend door verbalisanten, [verbalisant 1] (surveillant van politie) en [verbalisant 2] (brigadier) (pagina's 8-10 van het politiedossier), voor zover inhoudende als relaas van waarnemingen en bevindingen van de verbalisanten dan wel een van hen:
Op 30 oktober 2011 ontvingen wij een melding van de meldkamer om te gaan naar de kruising [a-straat] met de [b-straat 1] te Stein. Aldaar zou in een hoekwoning zijn ingebroken.
Wij liepen naar de woning aan de [a-straat]. Wij zagen dat de slotplaat van de voorste tuindeur was gebogen. De deur was echter gesloten. Wij zagen dat de slotplaat van de tweede tuindeur ook was gebogen. Deze deur stond open. Wij zagen dat van beide sloten het cilinderslot was afgebroken.
Wij betraden de woning [a-straat] te Stein. Er was niemand aanwezig. Gelijk bij binnenkomst roken wij een sterke geur welke er op duidde dat er hennepplanten in de woning aanwezig waren. Ik, [verbalisant 1], liep vervolgens door de keuken naar een halletje toe waarin een trap stond die zowel naar boven als naar onder leidde. Ik, [verbalisant 1], liep de trap naar beneden af naar de kelderruimte. Ik, [verbalisant 1], zag dat deze kelder in 3 ruimtes was opgedeeld. Ik zag dat twee van de drie ruimtes waren afgesloten middels een deur.
Ik, [verbalisant 1], opende de deur naar de eerste ruimte en zag dat zich in dezer ruimte een ingerichte en in werking zijnde hennepplantage bevond. Ik, [verbalisant 1], zag dat de planten, welke in de potten horen te staan, grotendeels geknipt en verwijderd waren.
Ik liep naar de tweede ruimte en opende de deur. Ik, [verbalisant 1], trof in deze ruimte dezelfde situatie aan als in de eerste ruimte. Wederom zag ik dat de planten grotendeels geknipt en verwijderd waren.
Wij maakten een telling van de aanwezige goederen. Ik, [verbalisant 1], goederen: 726 potten.
Wij zagen dat op de tafel in de woonkamer een aantal poststukken lagen welke allen geadresseerd waren aan [verdachte], [c-straat] te Geleen. Ook zagen wij dat er een poststuk in de woonkamer lag gericht aan [verdachte], [a-straat] Stein. Ook zagen wij een huiswerkstuk van [betrokkene 1].
Door mij, [verbalisant 1], werden uit elke ruimte een aantal henneptoppen meegenomen. Door mij, [verbalisant 1], werd met deze toppen op het politiebureau te Stein een MMC cannabistest uitgevoerd teneinde vast te stellen of het daadwerkelijk hennep betrof. Ik zag dat zowel de henneptoppen van ruimte één als de henneptoppen uit ruimte twee positief op deze test reageerden.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor d.d. 1 november 2011 opgemaakt en ondertekend door verbalisant, [verbalisant 1] (surveillant van politie) (pagina's 14-15 van het politiedossier), voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2]:
Ik ben eigenaar van de woning gelegen aan de [a-straat] in Stein. Ik verhuur deze woning sinds 1 juli 2011 aan [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1966. Hiervan is een huurovereenkomst opgesteld op 1 juli 2011. Ik heb deze [verdachte] twee keer ontmoet. Een keer met de overdracht en daarvoor bij een bezichtiging.
Voorafgaande aan de huurperiode heeft een bezichtiging plaats gevonden. Hij bracht toen een elektricien mee. Ik vertrouwde dit toen al niet. Ik herkende deze elektricien, ik kon hem. Dit verwachte hij volgens mij niet. Hierdoor was hij helemaal van slag en zei hij niets meer. Deze man heette [verdachte].
3. Een geschrift inhoudende een "Huurovereenkomst woonruimte", (p. 63-66 van het politiedossier) onder andere inhoudende:
Ondergetekenden: [betrokkene 2], geboren [geboortedatum] 1944 te [geboorteplaats],
verhuurder,
en
[verdachte], geboren [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats],
huurder
zijn overeen gekomen
Het gehuurde:
Woonhuis aan de [a-straat], Stein.