ECLI:NL:RBZWB:2022:6889

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
BRE-22_3636
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken bestreden besluit in belastingzaak

Op 18 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke zaak waarbij de belanghebbende beroep had ingesteld tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de belanghebbende geen kopie van het bestreden besluit had bijgevoegd bij het beroepschrift, zoals vereist volgens artikel 6:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft de belanghebbende meerdere keren verzocht om meer informatie te verstrekken over het beroepschrift, waaronder een verzoek per aangetekende brief op 2 september 2022, maar deze brief is ongeopend terugontvangen. Ook een tweede poging om de belanghebbende te bereiken op 17 oktober 2022, per gewone post, heeft niet geleid tot een reactie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende binnen de gestelde termijnen geen kopie van het bestreden besluit heeft ingediend of een toelichting op het beroep heeft gegeven.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn op de hoogte gesteld van deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/3636

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2022 in de zaak van

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

Procesverloop

Belanghebbende heeft beroep ingesteld betreffende aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Dit staat in artikel 6:5, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank - na een herstelmogelijkheid - het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
Belanghebbende heeft geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd bij het beroepschrift. De rechtbank heeft belanghebbende bij brief van 27 juli 2022 verzocht meer informatie te geven omtrent het beroepschrift.
Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 2 september 2022, met een laatste termijn van twee weken.
Deze enveloppe waarin de aangetekende brief is verzonden, is ongeopend op de griffie terugontvangen. Deze brief was verstuurd naar het door belanghebbende opgegeven adres. Uit de basisregistratie persoonsgegeven blijkt dat belanghebbende ingeschreven staat op dat adres. Daarop is de brief op 17 oktober 2022 nogmaals naar dat adres gestuurd, nu per gewone post en met een laatste termijn van twee weken.
Belanghebbende heeft binnen deze termijn geen kopie van het bestreden besluit toegestuurd of een toelichting op het beroep gegeven.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 18 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.