ECLI:NL:RBZWB:2022:6733
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering kindgebonden budget door de Belastingdienst/Toeslagen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de voorschotbeschikking inzake haar recht op kindgebonden budget over het jaar 2020. De Belastingdienst/Toeslagen heeft bij voorschotbeschikking van 29 december 2020 het recht van eiseres op kindgebonden budget over 2020 herzien en het teveel verstrekte voorschot teruggevorderd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar dit bezwaar is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 20 oktober 2022 behandeld, waarbij eiseres en vertegenwoordigers van de Belastingdienst/Toeslagen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht het recht op kindgebonden budget heeft herzien per 1 juni 2020, omdat eiseres geen recht meer had op kinderbijslag voor haar zoon na 24 mei 2020. De rechtbank concludeert dat de terugvordering van het teveel verstrekte voorschot van € 2.552,00 ook terecht is, en dat de Belastingdienst/Toeslagen geen bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die zouden leiden tot matiging van de terugvordering. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en draagt de Belastingdienst/Toeslagen op het betaalde griffierecht te vergoeden.
De rechtbank wijst erop dat eiseres kan verzoeken om een betalingsregeling voor de terugvordering, afgestemd op haar draagkracht. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus en is openbaar uitgesproken op 11 november 2022.