ECLI:NL:RBZWB:2022:6719

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
BRE-22_2465
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

Op 11 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen de inspecteur van de belastingdienst en een belanghebbende gevestigd in de Verenigde Staten. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 5 april 2022, die betrekking had op een naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak van 1 juni 2015 tot en met 31 december 2017. Het beroep werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet had betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende meerdere keren in de gelegenheid heeft gesteld om het griffierecht te voldoen, maar dat de correspondentie retour is gekomen met de mededeling dat deze niet kon worden afgeleverd. Ondanks een toezegging van de gemachtigde om het griffierecht te betalen, is dit bedrag niet ontvangen door de rechtbank. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/2465

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende], gevestigd te [plaats] , Verenigde Staten, belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 5 april 2022, betreffende de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 juni 2015 tot en met 31 december 2017, met aanslagnummer [aanslagnummer] .F.01.7501, beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 365,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 12 juni 2022 belanghebbende opnieuw in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Deze brief is verstuurd naar het door gemachtigde opgegeven adres. Omdat deze brief en andere correspondentie van de rechtbank retour is gekomen ter griffie van de rechtbank met de mededeling
“RETURN TO SENDER NOT DELIVERABLE AS ADDRESSED”en
“RETURN TO SENDER NO SUCH NUMBER”, heeft de griffier alle correspondentie, inclusief de aangetekend verzonden nota, via beveiligde e-mail (ZIVVER), verzonden aan gemachtigde op 22 augustus 2022. In de begeleidende brief bij deze e-mail heeft de griffier nogmaals verzocht het verschuldigde griffierecht over te maken binnen twee weken na dagtekening van deze brief. De gemachtigde heeft op 23 augustus 2022 gereageerd. Daarbij heeft gemachtigde aangegeven het verschuldigde bedrag over te zullen maken.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 11 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.