ECLI:NL:RBZWB:2022:6571
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 7 november 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar aangetekend tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag over 2010, welke op 3 februari 2022 is verzonden. Eiseres stelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, ingediend op 8 maart 2022. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst de wettelijke beslistermijn heeft overschreden, aangezien de beslissing uiterlijk op 9 juni 2022 had moeten plaatsvinden. Eiseres heeft de Belastingdienst op 25 juli 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk gegrond is.
De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen, welke door de rechtbank wordt vastgesteld op € 1.442,-. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden, evenals de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank concludeert dat er afzonderlijke dwangsommen zijn verbeurd, omdat de bezwaarschriften niet gelijktijdig zijn ingediend en inhoudelijk niet samenhangen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.