ECLI:NL:RBZWB:2022:6549

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
21-017118
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van telefoon en laptop

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 maart 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift van klager, die in verband met een strafzaak inbeslaggenomen goederen terugvorderde. Klager had een laptop en een iPhone in beslag genomen gekregen, en verzocht om teruggave van deze goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de laptop inmiddels aan klager was teruggegeven, waardoor hij niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn klaagschrift voor dat onderdeel. De iPhone was echter nog in beslag en de rechtbank moest beoordelen of het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag op de telefoon vorderde.

De officier van justitie had gesteld dat er delictgerelateerde gegevens op de iPhone waren aangetroffen, wat de handhaving van het beslag rechtvaardigde. Klager had aangevoerd dat hij de telefoon nodig had voor contact met zijn reclassering en artsen. De rechtbank overwoog dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat de rechter niet kan treden in de mogelijke uitkomst van een hoofdzaak. De rechtbank concludeerde dat er voldoende redenen waren om het beslag op de iPhone te handhaven, gezien de verdenking van klager op het opzettelijk aanwezig hebben van verdovende middelen en de relevante gegevens die op de telefoon waren aangetroffen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het klaagschrift tegen het beslag op de telefoon ongegrond en klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift voor de laptop.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: 02/272283-21
rk.nummer: 21-017118
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. A.C.M Tönis, Parkstraat 10, 4818 SJ Breda
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 8 oktober 2021 onder klager een iPhone in beslag is genomen;
  • het klaagschrift, ingediend op 3 november 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 11 maart 2022. Gehoord zijn de officier van justitie, mr. J. Castelein en mr. A. Tönis als gemachtigd raadsvrouw van klager.
Klager is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van de gelegde beslagen met last tot teruggave aan de klager. Daartoe is aangevoerd dat onder klager een laptop van merk Acer en een iPhone in beslag is genomen. Klager heeft zijn telefoon nodig om contact te houden met de reclassering in het kader van schorsingsvoorwaarden, alsmede met zijn artsen, begeleiders en werkgevers. Deze telefoonnummers staan opgeslagen in zijn iPhone. Klager heeft de goederen niet middels enig strafbaar feit verkregen of onttrokken aan een rechthebbende. De goederen zijn al bijna een maand in beslag genomen waardoor het onderzoek reeds afgerond zou moeten zijn.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat op de telefoon van klager delictgerelateerde gegevens zijn aangetroffen. Gelet hierop dient het beslag op de telefoon te worden gehandhaafd. De laptop kan aan klager worden teruggegeven.
In aanvulling op het klaagschrift heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de laptop inmiddels aan klager is teruggegeven.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank stelt vast dat de inbeslaggenomen laptop reeds is teruggegeven aan klager. Gelet hierop heeft klager geen belang meer bij behandeling van dit onderdeel van het klaagschrift. en zal de rechtbank klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klaagschrift voor zover het zich richt tegen het beslag op voormelde laptop.
De rechtbank is van oordeel dat klager wel ontvankelijk voor zover het klaagschrift zich richt tegen het beslag op de telefoon.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijk beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad sinds HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, r.o. 2.8 en 2.9, dient de rechter, in geval van een klaagschrift tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard en kan, mits de hiervoor bedoelde ander zelf een klaagschrift heeft ingediend, de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4o, Sr in verbinding met artikel 552f Sv.
De rechtbank stelt vast dat klager wordt verdachte van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid verdovende middelen. Uit het procesdossier is gebleken dat er onderzoek is gedaan naar de iPhone van klager. In de iPhone zijn chatberichten aangetroffen die zien op het inpakken, vervoeren en distribueren van pakketten inhoudende verdovende middelen. Gelet op de verdenking jegens klager en het feit dat de iPhone is gebruikt bij de vermoedelijke strafbare feiten acht de rechtbank het niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het goed zal bevelen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag ongegrond verklaren. De rechtbank zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klaagschrift gericht tegen de inbeslagname van de laptop.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart:
- klager niet-ontvankelijk in het klaagschrift voor zover het zich richt tegen het beslag op de laptop (merk: Acer);
- het klaagschrift voor het overige ongegrond.
Deze beslissing is op 25 maart 2022 gegeven door mr. R.P. Broeders, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. de Kroon, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 maart 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).