ECLI:NL:RBZWB:2022:6277

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2022
Publicatiedatum
28 oktober 2022
Zaaknummer
BRE-21-5078
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Het beroep werd echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet had betaald. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het betalen van griffierecht een vereiste is voor het instellen van beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De griffier had de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om het beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, maar de belanghebbende heeft hierop niet gereageerd. Ondanks een tweede aanmaning om het griffierecht te betalen, heeft de belanghebbende dit niet tijdig gedaan en geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor was er geen aanleiding om het beroep ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, conform artikel 8:54 van de Awb, en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien de rechtbank geen aanleiding zag om de heffingsambtenaar in de kosten te veroordelen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/5078

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 oktober 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en

De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 22 november 2021 beroep ingesteld. Het beroep ziet op de naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer].

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 49,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
Gelet op wat belanghebbende heeft aangevoerd in haar beroepschrift met betrekking tot haar financiële situatie heeft de griffier dat opgevat als dat belanghebbende wellicht niet in staat is het griffierecht niet kan voldoen wegens betalingsonmacht. Belanghebbende is vervolgens bij aangetekende brief van 7 maart 2022 in de gelegenheid gesteld om het beroep op betalingsonmacht te onderbouwen. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Belanghebbende heeft niet gereageerd en de griffier heeft vervolgens het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 13 juli 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 28 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.