ECLI:NL:RBZWB:2022:6275
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 28 oktober 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-2425, waarbij belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft de rekening motorrijtuigenbelasting over de periode van 2 april 2022 tot en met 1 juli 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden voldaan om een beroep in te stellen. De griffier had belanghebbende in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen en had hem ook geïnformeerd over de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks een beroep op betalingsonmacht heeft belanghebbende niet tijdig gereageerd op de verzoeken van de griffier.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gemaakt. De rechter, mr. S.A.J. Bastiaansen, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier N. Plasman.