Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: klager.
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 11 november 2021 onder klager in beslag is genomen: een telefoon van het merk/type Samsung (hierna: de telefoon);
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 11 november 2021 onder klager in beslag is genomen: € 930,00 aan bankbiljetten (hierna: het geld);
- het klaagschrift, ingediend op 17 november 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van de officier van justitie;
- de e-mail van mr. Nijssen d.d. 23 februari 2022; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).