Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
Uit een lopend strafrechtelijk onderzoek waarin u betrokken bent zijn bij de Belastingdienst gegevens bekend geworden die niet eerder bekend waren.
De gevraagde informatie is van belang voor uw eigen belasting heffing.
Als zodanig is de Belastingdienst van mening dat u tot september 2007 feitelijk als binnenlands belastingplichtige dient te worden aangemerkt daar u steeds naar het adres [adres] terug keerde en deze woonruimte voor u ter beschikking stond. […]”
3.Beoordeling door de rechtbank
- i) kan belanghebbende worden betrokken in de heffing van de Nederlandse erfbelasting omdat erflater in de tien jaren voorafgaand aan zijn overlijden (op enig moment) in Nederland heeft gewoond?
- ii) beschikt de inspecteur over een nieuw feit op grond waarvan hij mocht navorderen?
- iii) is de navorderingsaanslag tot het juiste bedrag opgelegd?
- iv) is de boetebeschikking terecht en tot het juiste bedrag opgelegd?
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag erfbelasting, de belastingrentebeschikking en de boetebeschikking;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 49 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 2.600 aan proceskosten aan belanghebbende.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: