Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 18 oktober 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
16 maart 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is, waardoor de WIA-uitkering terecht is geweigerd. De rechtbank zal beoordelen of dit juist is. Zij doet dit aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd.
beleving van eiser is daarbij niet beslissend. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de belastbaarheid die de verzekeringsarts b&b heeft aangenomen.
.Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Eisers standpunt dat hij niet in staat is de geduide functies te verrichten, vloeit voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in overweging 4.3 heeft geconcludeerd, is die opvatting niet juist. De in overweging 5.1 genoemde functies mochten dan ook worden gebruikt voor de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 18 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.