Op 26 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.C.M. Tönis, had een klaagschrift ingediend tegen de inbeslagname van haar personenauto, die op 6 september 2021 was in beslag genomen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek tegen een derde. Klaagster stelde dat zij de eigenaar van de auto was en dat zij niet verdacht werd van strafbare feiten. De officier van justitie, mr. G. Smid, gaf aan dat het beslag opgeheven kon worden en de auto teruggegeven aan klaagster. De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich niet meer verzette tegen de teruggave van de auto aan klaagster, aangezien er geen andere rechthebbende was aangetoond. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de auto aan klaagster. Deze beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de rechtbank benadrukte dat het onderzoek summier van aard is en niet ingaat op de mogelijke uitkomst van een hoofdzaak. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.