Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 11 mei 2021 onder klager in beslag is genomen: een telefoon van het merk en type Iphone 11 (hierna: de telefoon);
- het klaagschrift, ingediend op 25 mei 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het proces-verbaal van de bijzondere raadkamer zitting op 20 juli 2021 en het herstelproces-verbaal;
- het proces-verbaal van de bijzondere raadkamer zitting op 29 november 2021 en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
de telefoon in beslag is genomen en dat de officier van justitie een last tot teruggave heeft gedaan. De officier van justitie heeft bij e-mail van 11 mei 2021 aan de raadsman van klager medegedeeld dat de telefoon wederom in beslag werd genomen in verband met het aantreffen van kinderpornografisch beeldmateriaal. Klager ontkent en betwist dat er kinderpornografisch materiaal op de telefoon staat. Klager is daar door de politie ook niet nader over gehoord. Klager wenst zijn telefoon retour te ontvangen omdat zijn contacten daarin staan.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).