1.84teeltondersteunende voorzieningen
boog- en gaaskassen, hagelnetten, foliekassen en overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
Op grond van het bestemmingsplan Buitengebied 2e Herziening geldt ter plaatse de enkelbestemming “agrarisch” en de dubbelbestemming “waarde-archeologie 4”. Er is ter plaatse geen bouwvlak.
De planregels voor de enkelbestemming “agrarisch” zijn neergelegd in artikel 3.
Artikel 3.4 “Specifieke gebruiksregels” bepaalt dat met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken tevens de volgende regels gelden:
b. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend op een bouwvlak toegestaan;
q. regenkappen en hagelnetten ten behoeve van de fruitteelt zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
1. de hoogte van regenkappen en hagelnetten bedraagt maximaal 6 m;
2. de folie of netten zijn per kalenderjaar maximaal 7 maanden aanwezig;
3. de kleur van folie of netten is wit of grijs;
4. de ondersteunende palen zijn jaarrond toegestaan;
5. zij-afscherming is ter plaatse van de toerit tot een perceel, voorzover geen landschappelijke inpassing aanwezig is, niet toegestaan;
6. voorzien wordt in de aanleg en instandhouding van een adequate landschappelijke inpassing door middel van een beplantingsstrook met een breedte van 2 m bestaande uit een 2-rijige beplanting met elzen, populieren of andere streekeigen opgaande loofhoutsoort, met een hoogte van minimaal 7 m;
7. de hoogtemaat van plantgoed ten behoeve van de landschappelijke inpassing bedraagt minimaal 1,2 m;