Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 10 oktober 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiser] (eiser), gemachtigde: mr. F. Ergec,
Procesverloop
OverwegingenRelevante feiten en omstandigheden
Uit het onderzoek van het UWV blijkt weliswaar dat in eisers woning vanaf 21 februari 2017 slechts 3 m3 water per jaar is verbruikt, maar dit is op zichzelf geen indicatie dat eiser in de betrokken periode zijn hoofdverblijf had in de woning van zijn vriendin.
Beslissing
Rechtsmiddel
Bijlage – Relevante regelgeving
(…)
4. Indien geen sprake is van opzet of grove schuld ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenverplichting, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 50 procent van het benadelingsbedrag.
5. Indien sprake is van verminderde verwijtbaarheid ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenverplichting, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 25 procent van het benadelingsbedrag.
(…)
7. Indien het benadelingsbedrag, of het benadelingsbedrag bij toepassing van het zesde lid, hoger is dan 100/75 vermenigvuldigd met het bedrag van de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, wordt in afwijking van het vierde en vijfde lid, de bestuurlijke boete:
a. indien geen sprake is van opzet of grove schuld ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenverplichting, vastgesteld op 50/75 vermenigvuldigd met het bedrag van de derde categorie;
b. indien sprake is van verminderde verwijtbaarheid ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenverplichting, vastgesteld op 25/75 vermenigvuldigd met het bedrag van de derde categorie.
(…).