ECLI:NL:RBZWB:2022:5886
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag indicatie langdurige zorg en niet-ontvankelijkheid bezwaarschrift
In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in [naam woonplaats], een aanvraag ingediend bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Het CIZ heeft deze aanvraag op 10 maart 2020 afgewezen in een primair besluit. Eiseres heeft vervolgens op 26 februari 2020 bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het CIZ heeft dit bezwaar op 22 juli 2021 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit, en de zitting vond plaats op 23 augustus 2022 in Middelburg.
De rechtbank heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn is ingegaan op 11 maart 2020. Het bezwaarschrift van eiseres is echter pas op 15 juli 2021 ontvangen, wat betekent dat het meer dan een jaar te laat is ingediend. Eiseres heeft aangevoerd dat de coronamaatregelen haar hebben belet om tijdig bezwaar te maken, maar de rechtbank oordeelt dat deze reden niet voldoende is om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. Eiseres had immers iemand kunnen machtigen om namens haar bezwaar te maken.
De rechtbank volgt het standpunt van het CIZ en verklaart het beroep ongegrond. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 10 oktober 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.