ECLI:NL:RBZWB:2022:5721
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een handhavingsverzoek wegens geluidsoverlast door een supermarkt
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om handhavend op te treden tegen geluidsoverlast door een supermarkt beoordeeld. Eiser, wonende nabij de supermarkt, had het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen verzocht om handhaving van de milieuwetgeving vanwege geluidsoverlast. Het college had dit verzoek afgewezen met een besluit van 27 augustus 2020, en dit besluit werd in een later bezwaar opnieuw gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 2 september 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren via videoverbinding.
De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft afgewezen om handhavend op te treden, omdat eiser geen toestemming had gegeven voor het uitvoeren van geluidsmetingen in zijn woning. De rechtbank legt uit dat volgens de wet- en regelgeving, metingen in de woning noodzakelijk zijn om te kunnen vaststellen of er sprake is van overtredingen van de geluidsnormen. Eiser had weliswaar rapporten van eerdere geluidsonderzoeken overgelegd, maar deze waren niet voldoende om te concluderen dat er op het moment van het handhavingsverzoek sprake was van overtredingen. De rechtbank oordeelt dat het college niet in gebreke is gebleven en dat het handhavingsverzoek van eiser terecht is afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van toestemming voor het uitvoeren van metingen en de noodzaak om actuele gegevens te hebben om handhavend op te kunnen treden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het bestreden besluit, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.