ECLI:NL:RBZWB:2022:5704
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.J. Govaers
- T. Peters
- R.P. Broeders
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure omgevingsvergunning voor varkenshouderij met betrekking tot milieu en dierenwelzijnseisen
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de verlening van een omgevingsvergunning aan een varkenshouderij. Eiser, een omwonende, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaatsnaam 2], dat op 1 december 2021 een omgevingsvergunning eerste fase heeft verleend voor de activiteit 'milieu'. Eiser betwist de vergunning op basis van dierenwelzijnseisen en de vermeende overschrijding van het aantal toegestane dieren per hok.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster een varkenshouderij exploiteert en dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning betrekking heeft op een uitbreiding van het aantal dieren. Eiser heeft aangevoerd dat de plattegrondtekening van de nieuwe biggenstal onvoldoende informatie biedt en dat de huisvesting niet voldoet aan de dierenwelzijnseisen. Het college heeft echter gesteld dat de vergunning alleen kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van het milieu, en dat andere bepalingen, zoals dierenwelzijnseisen, geen grond voor weigering kunnen zijn.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het college terecht de aanvraag heeft beoordeeld op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat de vergunning niet kan worden geweigerd op basis van dierenwelzijnseisen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser ongegrond verklaard en de vergunning bevestigd, waarbij is opgemerkt dat de vergunninghoudster verantwoordelijk is voor het naleven van de dierenwelzijnseisen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vergunning is verleend in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.