ECLI:NL:RBZWB:2022:5701
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- M.H. van Schaik
- M.J. van Balkom
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake verzoek om ambtshalve vermindering van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
Op 27 september 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken met nummers 22/4240 en 22/4241. De verzoeker, een belastingplichtige, had op 5 september 2022 verzocht om voorlopige voorzieningen met betrekking tot zijn aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2013 en 2014. Hij vroeg de rechtbank om de inspecteur van de belastingdienst te veroordelen tot het betalen van een voorschot van € 10.000, in afwachting van een beslissing op zijn verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslagen. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen sprake was van een lopende bezwaar- of beroepsprocedure, wat een vereiste is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Hierdoor was het verzoek niet-ontvankelijk.
De voorzieningenrechter heeft verder overwogen dat, indien de inspecteur niet tijdig een besluit neemt, de verzoeker de mogelijkheid heeft om de inspecteur schriftelijk in gebreke te stellen. Dit was niet aangetoond in deze zaak, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden opgevat als een beroep tegen het niet tijdig beslissen. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, met de mededeling dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.